2. DE LOCATIE VAN DE INSTALLATIE KIEZEN .. 9 gaan / te scrollen..........30 5.1.2 Geluiden ..........31 3. POWERMASTER-10 G2 INSTALLATIE ... 10 5.2 De "Installatiemodus" openen en een 3.1 Openen van het PowerMaster-10 G2- menuoptie selecteren ........31 bedieningspaneel en beugelmontage ....
Pagina 2
5.5.6 Het alarm geluid en de visuele 6. TESTMODUS ............. 84 gebruikersinterface configureren ....49 6.1 Algemene richtlijnen ........84 5.5.7 Storing en supervisie (apparaat vermist) 6.2 Een test uitvoeren ........84 configureren ..........51 7. ONDERHOUD ............ 88 5.5.8 Configureren van diverse functies ..52 7.1 Omgaan met systeemproblemen ....
Pagina 3
F4. De Visonic PowerLink3 IP Communicator installeren ............111 Hardware installatie ........111 Configuratie bedieningspaneel ....113 BIJLAGE G. Begrippenlijst ....... 114 BIJLAGE H: Conformiteit met normen ..... 116 PowerMaster-10/30 Snelle gebruikershandleiding ........120 D-306908 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding...
1. INLEIDING De PowerMaster-10 G2 en PowerMaster-30 G2 zijn professionele alles-in-één draadloze beveiligings-, brandveiligheid- en veiligheidssystemen met PowerG die geavanceerde toepassingen en Visonic's nieuwe revolutionaire PowerG™ Two-Way, Time Division Multiple Access (TDMA) en Frequency Hopping Spread Spectrum (FHSS) draadloze technologie ondersteunen. Het PowerMaster-10/30 G2-platform maakt het ook mogelijk mobiele communicatie (2G of 3G) toe te voegen.
Pagina 5
1. INLEIDING Om toestellen te registreren of te pre- Gemakkelijke PowerG toestellen worden geregistreerd via registreren: zie paragraaf 5.4.2 Toevoegen Registratie het controlepaneel. “Pre-registratie” kan ook gebeuren door het PowerG toestel ID- van nieuwe draadloze toestellen en nummer in te geven en dan het toestel in de bekabelde sensoren nabijheid van het paneel te activeren.
Pagina 6
1. INLEIDING Inschakelen en configureren van SirenNet SirenNet – verdeelde Alle PowerG rookmelders kunnen voor elke rookmelder: zie de SMD-426 sirene met gebruik functioneren als sirenes, die reageren op elk van rookmelders van de 4 alarmtypes in het systeem: brand, PG2 / SMD-427 PG2 Installatie-instructies gas, inbraak en overstroming.
Pagina 7
PowerMaster-systeem het paneel: zie paragraaf 3.6 Toevoegen controleren bekabelde zones of PGM-toestel, Afbeelding 3.6b (PowerMaster-10 G2) / paragraaf 4.9 Optionele expander module montage, Afbeelding 4.9b (PowerMaster-30 G2) Opmerking: Meldkamer houdt in niet gecontroleerd door UL. D-306908 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding...
2. DE LOCATIE VAN DE INSTALLATIE KIEZEN 2. DE LOCATIE VAN DE INSTALLATIE KIEZEN Om de beste plaats te kiezen voor het PowerMaster-bedieningspaneel moeten de volgende punten in acht worden genomen: • De geselecteerde locatie moet ongeveer in het midden liggen van de installatie-site tussen alle transmitters, bij voorkeur op een verborgen plaats.
3. POWERMASTER-10 G2 INSTALLATIE 3. POWERMASTER-10 G2 INSTALLATIE Benodigd gereedschap: Philips schroevendraaier #2. Het montageproces voor de PowerMaster-10 G2 wordt getoond in Afbeeldingen 3.1 – 3.9. 3.1 Openen van het PowerMaster-10 G2-bedieningspaneel en beugelmontage Afbeelding 3.1 – Plaatsing van de achterste eenheid Om de unit te plaatsen: 1.
Zie tekening hierboven voor details. Wanneer RJ31X niet beschikbaar is (raadpleeg uw telefoniebedrijf of een gekwalificeerde installateur), dan moet de telefoonkabel eerst worden verbonden met de PowerMaster-10 G2 eenheid en daarna moet alle andere huishoudelijke apparatuur met de PowerMaster-10 G2 "Phone" (telefoon)-uitgang worden verbonden.
3.4 Installatie van GSM-module De interne GSM-module zorgt dat het PowerMaster-10 G2-systeem via een mobiel netwerk kan functioneren (zie voor meer details de GSM 350 PG2 Installatiehandleiding of 3G Modem Installatiehandleiding). De automatische detectiefunctie van het GSM-modem maakt automatisch aanmelden van het GSM-modem in het geheugen van het PowerMaster-10 G2-bedieningspaneel mogelijk.
LED aankondigingspanelen (zie voor meer details de PGM 5 Installatiehandleiding. De PGM 5 biedt 5 vaste status relais contact-uitgangen en is ontworpen om te gebruiken als plug-in interne extra module voor het PowerMaster-10 G2-bedieningspaneel. Opmerkingen: 1. De PGM 5 zal alleen actief zijn wanneer de PGM 5-optie was ingeschakeld in de fabrieksstandaard van het bedieningspaneel.
3. POWERMASTER-10 G2 INSTALLATIE 3.6 Bekabelde zones of PGM-toestel toevoegen Benodigde gereedschappen: snijder en schroevendraaier met openingen – 3 mm mes. PowerMaster-10 G2 bekabeling wordt getoond in Afbeeldingen 3.6a – 3.7b. HANDLEIDING KABELS AANLEGGEN A. Opties kabelingang B. Achterste eenheid C.
5. Met de hand bekabelde zones zijn alleen voor BURG-gebruik. 6. Sabotageschakelaar (E) moet UL-geregistreerd zijn. 7. Minimale systeemconfiguratie voor INBRAAK (BURG) bestaat uit Bedieningspaneel (PowerMaster-10 G2 of PowerMaster-30 G2). UL-geregistreerde Meldkamerontvanger die geschikt is voor Indringerdetectie-apparaat (Magnetisch contact, PIR, Bekabelde zone etc.).
3. POWERMASTER-10 G2 INSTALLATIE 3.7 De stroom met het bedieningspaneel verbinden WISSELSTROOM MET BEDIENINGSPANEEL VERBINDEN VIA AC/AC-TRANSFORMATOR Verbind de stroomkabel en sluit het bedieningspaneel zoals hieronder getoond. Opmerkingen: 1) Gebruik geen andere stroomkabel (3 m lang) of stroomvoornziening anders dan geleverd door de fabrikant DONGGUAN ORIENTAL HERO ELE.
Pagina 17
3. POWERMASTER-10 G2 INSTALLATIE AC SPANNING AANSLUITEN MET INTERNE AC/DC STROOMVOORZIENING VOER STAP 1 EN 2 UIT OP EEN WERKBANK VOOR DE PLAATSING 1. Verwijder beide plastic delen (worden later gebruikt) 7. Bevestig stroomkabel met klem (verwijderd tijdens stap 2) 2.
3. POWERMASTER-10 G2 INSTALLATIE 3.8 Stroom leveren aan het toestel Verbind de stroom tijdelijk met de PowerMaster-10 G2 (zie Figuur 3.7a). U kunt ook de stroom inschakelen via de reservebatterij zoals getoond in Figuur 3.8. Negeer elke “probleem” aanduiding in verband met het ontbreken van een batterij of een telefoonaansluiting.
4. POWERMASTER-30 G2 INSTALLATIE 4.2 Openen van het PowerMaster-30 G2-bedieningspaneel en beugelmontage Om de unit te plaatsen: Montage-oppervlak 1. Draai de schroeven los Achterste eenheid 2. Verwijder het voorpaneel C. Schroeven , daarna 3. Markeer 4 boorpunten op het montage-oppervlak en dan boort u 4 gaten en plaatst u muurankers bevestigt...
4. POWERMASTER-30 G2 INSTALLATIE TELEFFOONBEKABELING IN NOORD-AMERIKA A. LIJN D. 8-posities RJ-31X plug G. Groen J. Lijn van buiten B. SET E. Bruin H. Grijs K. Huistelefoons F. Rood RJ-31X jack C. RJ-31X kabel Afbeelding 4.3b – Telefoonbekabeling in Noord-Amerika Telefoonbekabeling in het VK: Lijnterminals moeten worden verbonden met pin 2 en 5 van de muurjack.
4. POWERMASTER-30 G2 INSTALLATIE 4.6 Installatie van GSM-module (detail "N" in Figuur 4.1) Sluit de GSM-module aan en bevestig deze zoals getoond in Plaats de Simkaart in de cellulaire module als in de bovenstaande afbeelding. tekening hierboven. A. Cellulaire module 1.
Afbeelding 4.7. A. DUAL RS-232-module B. Connector voor pc C. Connector voor pc D. Visonic pc-kabel E. Platte kabel met één trekontlastingsclip E1. Deze kant voor de voorste eenheid E2. Deze kant voor de achterste eenheid F. Platte kabel-verbinding Afbeelding 4.7 –...
4. POWERMASTER-30 G2 INSTALLATIE A. PowerMaster-30 G2 verbinding B. Voorste eenheid C. PGM-5 Module D. Achterste eenheid E. Bekabeling F. Platte kabel F1. Deze kant voor de voorste eenheid F2. Deze kant voor de achterste eenheid G. PGM 5 platte kabel-ontvanger Afbeelding 4.8 –...
Pagina 25
4. POWERMASTER-30 G2 INSTALLATIE OPTIONELE EXPANDER MODULE, ZONES, SIRENES, AUDIO BOX EN BEKABELING VAN MELDERS MET KABELS A. Back Unit Opmerkingen: B. Expander 1. De E.O.L.-weerstanden zijn 2.2 kΩ C. Interne sirene of flitser 6-12 VDC, weerstanden van 1/4 W, 5% toegeleverd met 150 mA Max.
5. Permanent bekabelde zones zijn alleen voor BURG-gebruik. 6. Alarmcontact (F) en/of Magnetisch contact moet UL-geregistreerd zijn. 7. Minimale systeemconfiguratie voor INBRAAK (BURG) bestaat uit Bedieningspaneel (PowerMaster-10 G2 of PowerMaster-30 G2). UL-geregistreerde Meldkamerontvanger die geschikt is voor Indringerdetectie-apparaat (Magnetisch contact, PIR, Bekabelde zone etc.).
Pagina 27
4. POWERMASTER-30 G2 INSTALLATIE Verbind de stroomkabel en sluit het controlepaneel zoals getoond in Afbeeldingen 4.10a-4.10b. STROOMVERBINDING VOOR INTERNE STROOMVOORZIENING A. Optionele bekabelingskanalen Voer stap 1 en 2 uit op een werkbank voor de plaatsing. B. Voor dunne kabel 1. Ingang voor dikke kabel: Trek de gewenste plastic C.
4. POWERMASTER-30 G2 INSTALLATIE EXTERNE STROOMVERBINDING Verbindt de stroomadapter met de stroomaansluiting op het voorpaneel. A. Fabrikant stroomvoorziening LEADER ELECTRONICS. Voor UL-installaties, modelnr. MU15-R125120-A1, p/n MU15-R1125-A00S. Voor ULC-installaties, modelnr. MU15- R125120-A1, p/n MU15-R1125-A01S. Afbeelding 4.10b – Externe stroomverbinding 4.11 De batterij plaatsen Open het deksel van het batterijcompartiment.
4. POWERMASTER-30 G2 INSTALLATIE 4.13 Sluiten van het PowerMaster-30 G2-bedieningspaneel De uiteindelijke sluiting van het controlepaneel wordt hieronder getoond. Om het controlepaneel te sluiten: 1. Verbind de platte kabels tussen de voorste en achterste eenheid met de respectievelijke aansluitingen (tot 3, afhankelijk van de opties). 2.
5. PROGRAMMEREN 5. PROGRAMMEREN 5.1 Algemene richtlijnen Dit hoofdstuk legt opties voor de programmering (configuratie) van uw PowerMaster-systeem bij installatie uit, en de aanpassing van de werking aan uw specifieke behoeften en de vereisten van de eindgebruiker. Het bedieningspaneel omvat een partitiefunctie. Met partities kunt u tot drie onafhankelijk gebieden specificeren met verschillende gebruikercodes die zijn toegewezen aan iedere partitie.
5. PROGRAMMEREN Om de opties binnen de besturingspaneelmenu's in te zien en een optie te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de knoppen Next (volgende) of Back (terug) totdat de gewenste optie wordt getoond (ook aangeduid als in deze handleiding), druk daarna op de OK- knop om de gewenste optie te selecteren (ook aangeduid in deze handleiding).
5. PROGRAMMEREN 5.2.1 "Installatiemodus" openen als "Gebruikerstoestemming" actief is In bepaalde landen kunnen de reglementen een gebruikerstoestemming vereisen om wijzigingen in de configuratie van het paneel aan te brengen. Om te voldoen aan deze reglementen, is de optie "Installatiemodus" enkel toegankelijk via het menu “Gebruiker”.
5. PROGRAMMEREN Opmerking: Niet elk systeem heeft een functie voor de Hoofdinstallateurcode. Bij deze systemen heeft de Installateur als een Hoofdinstallateur toegang tot alle opties van de installatiemode en de submenu's. (*) Het is de bedoeling dat u de in de fabriek ingestelde codes slecht eenmaal gebruikt en ze daarna vervangt door een geheime code die alleen u kent.
5. PROGRAMMEREN 5.4 Zones / Zenders 5.4.1 Algemene richtlijnen & Zones / Zenders Menu Opties Het ZONES / ZENDERS menu maakt het mogelijk nieuwe apparaten aan het systeem toe te voegen, te configureren en te wissen indien nodig. Volg de onderstaande instructies om een optie te kiezen. Meer details zijn te vinden in paragraaf 5.2. ...
Pagina 35
5. PROGRAMMEREN – Nieuwe apparaten toevoegen Ga naar "INSTALLATIEMODUS", selecteer "02:APPARATEN" (zie sectie 5.2) en selecteer "NIEUW APPARAAT TOEVOEGEN". Vanwege de versleuteling kunnen PowerG apparaten (ook keyfobs) niet op meer dan één systeem tegelijk worden gebruikt. Verifieer de compatibiliteit van het apparaat met de centrale. Zie inleren via toets of apparaat-ID hierna.
5. PROGRAMMEREN Deel B – Configuratie Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Open het menu Lokatie Selecteer Lokatie Open Zone Type Selecteer Zone Type (zie onderstaande lijst) (zie onderstaande lijst) ➯ ➯ Z10:LOCATIE Z10:ZONE TYPE ...
5. PROGRAMMEREN – Nieuwe apparaten configureren Partities instellen: Opmerking: Het menu "PARTITIES" verschijnt alleen als Partities ingeschakeld is op het bedieningspaneel (zie sectie 5.13). Bij het openen van het menu toont het scherm de standaard partitieselectie (gemarkeerd met ). •...
Pagina 38
1. Als de bekabelde ingang van de centrale of het PowerG apparaat gesloten is, is de centrale ingeschakeld. Als hij open is, is de centrale uitgeschakeld – zie Afbeelding 3.6b (PowerMaster-10 G2) / 4.9b (PowerMaster-30 G2). Sleutelschakelaar mag niet worden ingeschakeld in UL-geregistreerd product.
5. PROGRAMMEREN 5.4.3 Een apparaat wissen Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Selecteer de optie Selecteer de Selecteer het Om het apparaat te "WIS APPARATEN" apparaatgroep apparaat dat u wissen: druk op de wenst te wissen toets ...
5. PROGRAMMEREN Ga als volgt te werk om een apparaat te vervangen: Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Selecteer de optie Selecteer de Selecteer het apparaat Leer het nieuwe "VERVANG apparaatgroep dat u wenst te apparaat in APPARAAT"...
5. PROGRAMMEREN 5.4.7 Standaard (default) “waarden voor apparaten” instellen De PowerMaster geeft u de mogelijkheid om de standaard waarden in te stellen die tijdens het inleren worden gebruikt, en om ze op elk ogenblik te wijzigen. Nieuwe apparaten die worden ingeleerd, zullen automatisch geconfigureerd worden met deze standaard waarden, zonder dat u de configuratie van elk nieuw ingeleerd apparaat moet aanpassen.
5. PROGRAMMEREN 5.5 Centrale Algemeen – Stroomschema en menuopties “Centrale" 5.5.1 In het menu "CENTRALE" kunt u de werking van het bedieningspaneel configureren en aanpassen. Het menu "CENTRALE" bevat configureerbare parameters die in verschillende groepen verdeeld zijn en die elk betrekking hebben op bepaalde aspecten van de werking van het systeem (zie gedetailleerde lijst in Stap 2 van onderstaand schema): Groep...
5. PROGRAMMEREN Ga als volgt te werk om het menu “03:BEDIENINGSPANEEL" te openen en een optie te selecteren en te configureren: Stap 1 Stap 2 Stap 3 Selecteer optie Selecteer de de “BEDIENINGSPANEEL”-parameter die u wenst te configureren Configureer “BEDIENINGSPANEEL" optie ...
Pagina 44
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies Opties: 00 seconden; 15 seconden (standaard voor inloopvertraging 2); 30 seconden (standaard voor inloopvertraging 1); 45 seconden; 60 seconden, 3 minuten en 4 minuten. Opmerkingen: 1. Bij sommige varianten van de Powermaster worden deze menu's alleen in de Werk modus weergegeven (zie paragraaf 5.14).
(zie opmerking) na het uitschakelen door een kindzendergebruiker (gebruikers 5-8 of keyfob zenders 5-8 in PowerMaster-10 G2 systeem / gebruikers 23-32 of keyfob zenders 23- 32 in PowerMaster-30 G2 systeem). Deze modus is handig als ouders op de hoogte gesteld willen worden wanneer hun kind thuis komt van school.
Deze functie is enkel actief wanneer het systeem WEG ingeschakeld is en enkel met betrekking tot de volgende zone koppels: 18+19, 20+21, 22+23, 24+25, 26+27 in PowerMaster-10 G2- systeem / 40+41, 42+43, 44+45, 46+47, 48+49, 50+51, 52+53, 54+55, 56+57, 58+59, 60+61, 62+63 in PowerMaster-30 G2-systeem.
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies Opmerkingen: Om te voldoen aan de EN vereisten, mag de tijdsvertraging niet langer zijn dan 60 min. Niet getest door UL, getest door Intertek. Wanneer twee opeenvolgende alarmen zich voordoen binnen een bepaalde tijdsperiode, dan 36:ALARMBEVESTIG kan het systeem worden geconfigureerd om het tweede alarm als een bevestigd alarm te rapporteren (zie paragraaf 5.6.4 optie 61).
5. PROGRAMMEREN 5.5.5 Sirenefuncties instellen De volgende tabel geeft u een gedetailleerde omschrijving van elke optie en de mogelijke instellingen. Om een optie te selecteren en haar configuratie te veranderen – zie paragraaf 5.5.1. Optie Programmeer instructies 43:INT. SIRENE Bepaal of de sirene van het bedieningspaneel alarm zal geven – "aan" (standaard) of stil zal blijven –...
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies 52:STOR. BUZZER In geval van storing laat het paneel 3 korte piepjes horen. Definieer of u deze herinneringspiepjes wilt inschakelen of uitschakelen of ze enkel ’s nachts wilt uitschakelen. De "nachturen" zijn in de fabriek ingesteld, meestal van 20:00 tot 07:00 uur. Opties: AAN (standaard in de VS);...
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies Opmerking: 1. Om te voldoen aan de EN vereisten, moet "uit met code" geselecteerd worden. 2. Voor de toetsen Brand en Noodsituatie, zal de eerste toetsdruk het statusscherm oproepen en ook de overeenkomstige functies uitvoeren. 5.5.7 Storing en supervisie (apparaat vermist) configureren De volgende tabel geeft u een gedetailleerde beschrijving van elke optie en de mogelijke Optie instellingen.
5. PROGRAMMEREN 5.5.8 Configureren van diverse functies De volgende tabel geeft u een gedetailleerde omschrijving van elke optie en de mogelijke instellingen. Om een optie te selecteren en haar configuratie te veranderen – zie paragraaf 5.5.1. Optie Programmeer instructies Bepaal de PowerMaster codeversie (standaard "0000") die met de meldkamer moet worden 75:CODE VERSIE gesynchroniseerd als de functie ANTI CODE RESETingeschakeld is (zie menu 39).
5. PROGRAMMEREN 5.6 Communicatie 5.6.1 Algemene richtlijnen – "Communicatie" stroomschema en menuopties Het menu COMMUNICATIE menu laat u toe de communicatie en het rapporteren van een alarm, problemen en andere systeemevents te configureren en aan te passen voor meldkamer of privé gebruikers, afhankelijk van uw lokale vereisten en persoonlijk voorkeuren.
Pagina 53
5. PROGRAMMEREN Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Selecteer "COMMUNICATIE" Selecteer de optie voor het Selecteer de communicatieparameter die u wenst te submenu Communicatie configureren 11:AANSLUITNR 1 53:LIJNUITVAL voor de 12:AANSLUITNR 2 →PSTN FAAL “Hoofdinstallateur"...
5. PROGRAMMEREN Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Selecteer "COMMUNICATIE" Selecteer de optie voor het Selecteer de communicatieparameter die u wenst te submenu Communicatie configureren →Huidig pad →IP-ADRES →SUBNET MASK →DEFAULT GW PLINK OP AC FOUT 5.6.2 De PSTN (vaste telefoonlijn) verbinding configureren Opmerking: Wanneer GSM- en Plink-modules beiden zijn geïnstalleerd en primair en secundair rapporteren via de GSM- en Plink-netwerken wordt bepaald, dan kan de PSTN alleen communiceren met de privételefoons.
5. PROGRAMMEREN 5.6.3 De GSM-verbinding configureren De GSM-module kan communiceren met de meldkamer via 3G, GPRS, 2g/GSM spraak (analoog) of SMS. Elk kanaal kan afzonderlijk worden ingeschakeld of uitgeschakeld, om te beletten dat de module het gebruikt om events te melden. Als alle opties ingeschakeld zijn, zal de GSM-module altijd eerst GPRS proberen. Indien dit mislukt, zal ze de GSM spraak proberen.
5. PROGRAMMEREN Vergrendel netwerk: indien geselecteerd, dan gebruikt het paneel de in de optie 'Gevraagd netwerk' gedefinieerde aanbieder (aan) = ingeschakeld Specificeert een voorkeursnetwerk (bijv. Vodafone) waarmee het apparaat moet VRAAG OPERATOR proberen verbinding te maken indien de signaalsterkte hoger is dan de minimale CSQ- waarde.
Pagina 57
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies Als melding aan de Meldkamer nodig is, dan moet u definiëren welke van de 02:1E DOORMELD communicatiekanalen (bijv. GSM, Breedband of PSTN) het systeem als hoofdkanaal zal 03:2E DOORMELD gebruiken (d.w.z. 1 prioriteit) voor het rapporteren van events aan meldkamers welke kanalen 04:3E DOORMELD het als 2 en 3...
GPRS (IP) kanaal met gebruik van SIA IP protocol of via een Hoofdinstallateur breedband IP kanaal met gebruik van SIA IP of het Visonic PowerNet protocol. Voer de twee IP adressen (000.000.000.000) in van IP Ontvanger 1 van de 1ste Meldkamer (21:IP ONTVR1) en IP Ontvanger 2 van de 2de Meldkamer (22:IP ONTVR2).
Pagina 59
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies 48:BB IP Bepaal hoe vaak het systeem een alarm aan de meldkamer probeert te melden als de POGINGEN verbinding via de breedbandverbinding mislukt. Opties: 2 pogingen; 4 pogingen (standaard); 8 pogingen; 12 pogingen en 16 pogingen. De PowerMaster kan worden geconfigureerd om periodiek een testevent via PSTN naar de 51:TEST CYCLUS meldkamer te sturen, om te verifiëren dat het communicatiekanaal werkt.
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies Opties: niet melden (standaard); na 7/14/30/90 dagen. Hier kunt u de tweewegs spraakinstellingen van de centrale configureren, als volgt: 65:2-WEG SPRAAK PAC 2 W Code: Definieer of het systeem een tweeweg-spraakmeldingcode naar de meldkamer →PAC 2W CODE stuurt (om de meldkamer van data communicatie naar spraakcommunicatie status te PAC <>...
Indien uitgerust met een GSM/GPRS module, kan de PowerMaster communiceren met meldkamers (uitgerust met een Visonic PowerManage server) via het GPRS netwerk en kunnen er videobeelden door bewegingscamera’s (modellen Next CAM PG2 & Next-K9 CAM PG2) naar de meldkamer verstuurd worden. De meldkamer kan de videobeelden gebruiken voor het verifiëren van een inbraakalarm.
– zie onderstaande tabel. Raadpleeg voor verdere informatie de "PowerMaster Remote Programming Software Gebruikershandleiding". Programmeren op afstand via GPRS gebeurt via een Visonic PowerManage server en de Remote Programming PC software. De PowerManage server belt met een GSM-modem naar het nummer van de SIM-kaart van de centrale. De centrale controleert de identiteit van de beller.
Pagina 63
5. PROGRAMMEREN Open "6:UP/DOWNLOAD", selecteer het menu dat u wilt configureren (zie de richtlijnen hierboven en in paragraaf 5.6.1) en raadpleeg de onderstaande tabel voor instructies. Optie Programmeer instructies Configureer de functie Upload/Download via PSTN. De functionaliteit wordt bepaald via een PSTN UP/DOWNLOAD submenu van de optie "PSTN UP/DOWNLOAD", zoals hieronder uitgelegd.
5. PROGRAMMEREN 1, 2 5.6.8 Breedband Opmerking: Als de PowerLink niet op de PowerMaster geregistreerd is, zal het menu "7:BREEDBAND" niet worden getoond. In deze sectie configureert u hoe een IP adres wordt verkregen, voert u LAN-parameters in en kunt u de instellingen van de PowerLink terugzetten.
Opties: uit (standaard); inschakelen; uitschakelen; activeren PULS; wisselen In PowerMaster-10 G2 is dit altijd beschikbaar. In de PowerMaster-30 G2 is dit alleen optioneel wanneer de uitbreidingsmodule is geïnstalleerd. Soak Test is niet van toepassing op UL-installaties...
5. PROGRAMMEREN Opmerking: Indien u toggle selecteert, zal de PGM uitgang geactiveerd worden door één van deze zones en zal de uitgang bij de volgende activering weer afgezet worden. Bepaal of de PGM-uitgang wordt geactiveerd na een storing van de PSTN-lijn PGM:BIJ LIJNFOUT bij lijnfout NEE (standaard);...
5. PROGRAMMEREN 5.7.5 Dagtijden bepalen 05:UITGANGEN ⋅⋅⋅ PGM UITGANGEN ⋅⋅⋅ BLOKKERINGSTIJD … Open het menu "BLOKKERINGSTIJD" en voer de dagtijden in voor de uitschakeling van het PGM apparaat, zelfs wanneer zijn melders worden geactiveerd. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Selecteer het menu Selecteer...
5. PROGRAMMEREN 5.8 Vrije tekst 5.8.1 Vrij programmeerbare zonenamen Tijdens het inleren van de apparaten bepaalt u ook de locatienaam van het apparaat. De locatienaam wordt gekozen uit een lijst met namen die u vrij kunt kiezen – zie paragraaf 5.4.2, Deel B, voor een locatielijst en instructies. Bepaal de locatienamen volgens uw behoeften en gebruik ze tijdens het inleren van apparaten.
5. PROGRAMMEREN 5.8.2 Spraak opnemen U kunt korte spraakberichten opnemen voor de huisidentiteit, gebruikersnamen en voor de aangepaste zone namen. Volg de onderstaande instructies voor de opnameprocedure. Meer details zijn te vinden in paragraaf 5.2. 06:VRIJE TEKST ⋅⋅⋅ OPNAME HUIS-ID Open het menu "SPRAAKOPNAME", selecteer het gewenste menu (zie boven) en raadpleeg de onderstaande tabellen meer uitleg over elke optie.
5. PROGRAMMEREN 5.8.3 Externe speaker Deze functie bepaalt of tweeweg communicatie via een externe speakerphone, via de centrale, of via beide moet klinken. Volg onderstaande instructies, om de tweeweg communicatie in te stellen. Meer details zijn te vinden in paragraaf 5.2. 06:VRIJE TEKST EXTERNE SPEAKER ⋅⋅⋅...
5. PROGRAMMEREN 5.9.4 SIM-NUMMER TST IP ONTVR. 1 SIM# correct IP ONTVR. 2 WACHT A.U.B… 5.9.5 POWERLINK-MODULE Unit is OK 5.9.2 Draadloze apparaten testen De PowerMaster centrale stelt u in staat draadloze apparaten, gekoppeld aan het paneel, te testen. U kunt alle apparaten testen, een specifiek apparaat testen, de status van het apparaat tonen en de RF signaal status bekijken.
Pagina 72
5. PROGRAMMEREN Optie Instructies →TOETSBLOKKEN verschijnen: "TESTEN Xxx 001". →SIRENES Tijdens de testprocedures van keyfobs, paniekknoppen en verdwijnende magnetische →REPEATERS contacten aangegeven op het scherm met bijvoorbeeld "Xxx ACTIVEER NU", drukt u op een toets van de geselecteerde keyfob of paniekknop, of opent u kort de deur of het raam om de test te starten.
5. PROGRAMMEREN 5.9.3 GSM-module testen De PowerMaster kan de GSM-module van de centrale testen. 07:DIAGNOSE GSM-MODULE Moment geduld a.u.b... ⋅⋅⋅ Open het menu “GSM-MODULE" en druk op om de GSM-diagnose te starten. Na voltooiing van de test, zal de PowerMaster het testresultaat tonen. De onderstaande GSM/ GPRS meldingen worden getoond: Bericht Beschrijving...
5. PROGRAMMEREN 5.9.5 De breedband/PowerLink-module testen De diagnoseprocedure voor de PowerLink-test de communicatie van de PowerLink (zie paragraaf 5.6.8) met de PowerManage-server en rapporteert het resultaat. In het geval van een communicatiestoring, wordt gedetailleerde informatie over de storing gerapporteerd. 07:DIAGNOSE ⋅⋅...
10:SERIENUMMER naar Stap 1 Definitie Serienummer van de centrale 0907030000. Softwareversie van de JS702999 I19.003 PowerMaster-10 G2 Softwareversie van de JS702999 K19.003 PowerMaster-30 G2 Softwareversie van het keypad van het JS700421 v1.0.02 bedieningspaneel ID van de centrale voor de...
5. PROGRAMMEREN 5.13 Partities 5.13.1 Algemeen – "Partities" menu In dit menu kunt u partities in het systeem inschakelen/uitschakelen (zie BIJLAGE B voor meer details). 5.13.2 Partitiefunctie aan/uitzetten Om de partitiefunctie in te schakelen of uit te schakelen, gaat u als volgt te werk: Stap 3 Stap 4 Stap 1...
Pagina 77
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies Bepaal hoe de uitloopvertraging wordt beëindigd of herstart, met de volgende opties: 03:End uitg mode all. deur/fob (standaard) – Wanneer de deur wordt gesloten of de knop AUX op de keyfob wordt ingedrukt, als dat vroeger gebeurt. restart>terugk –...
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies 11:Alarm Herstel De PowerMaster kan worden geconfigureerd met een “Alarm Herstel”-tijdsinterval dat begint zodra er een alarm aan de meldkamer gemeld wordt. Indien de gebruiker het systeem uitschakelt binnen deze “alarm herstel” tijd, wordt er een “alarm herstel” bericht naar de meldkamer gezonden als teken dat het alarm door de gebruiker geannuleerd werd.
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies c) Een sabotage-event wordt geactiveerd (niet in de zone / op het apparaat dat het paniekalarm heeft gegeven). Opties: in 4/8/12/20(standaard)/24 uur en uit 07:RPT BEV. ALARM Bepaal of het systeem een bevestigd alarm zal melden. aan + overbr.
Pagina 80
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies Bepaal hoe de uitloopvertraging wordt beëindigd of herstart, met de volgende opties: 03:End uitg mode restrt+aan thuis (standaard) – Als tijdens de uitloopvertraging de deur niet is geopend, zal het alarmsysteem DEEL in plaats van INGESCHAKELD zijn. restart>terugk –...
5. PROGRAMMEREN 5.14.6 ANDERE SETUP 13:WERK MODUS ⋅⋅⋅ 05:ANDERE SETUP Ga naar het menu "05:ANDERE SETUP" om de instellingen te configureren. Optie Programmeer instructies Bepaalde reglementen vereisen dat wanneer het systeem ingeschakeld is in de modus 01:UITSCH.OPTIES INGESCHAKELD, het niet van buiten het huis uitgeschakeld kan worden (zoals met een keyfob) voordat het beschermde pand is betreden en een zone met inloopvertraging geactiveerd is.
Pagina 82
5. PROGRAMMEREN Optie Programmeer instructies De PowerMaster kan worden geconfigureerd met een “Alarm Herstel”-tijdsinterval dat begint 11:Alarm Herstel zodra er een alarm aan de meldkamer gemeld wordt. Indien de gebruiker het systeem uitschakelt binnen deze “alarm herstel” tijd, wordt er een “alarm herstel” bericht naar de meldkamer gezonden als teken dat het alarm door de gebruiker geannuleerd werd.
6. TESTMODUS 6. TESTMODUS 6.1 Algemene richtlijnen In deze modus kunt u een test uitvoeren van alle systeemsirenes, melders, keyfobs, toetsenblokken, repeaters en andere randapparatuur, via het menu "TESTMODUS", ten minste eenmaal per week en na een alarmevent. Wanneer u wordt gevraagd een test uit te voeren, voert u een looptest uit om de melders/ sensoren (behalve sirenes en temperatuurmelders) te controlerem.
Pagina 84
6. TESTMODUS Optie Instructies Tijdens de 2de fase wordt "Sirene N" getoond. "N" geeft het nummer weer van de sirene die op dit moment voor 2 seconden werd geactiveerd. Zodra alle sirenes getest zijn, zal het bedieningspaneel de sirenes testen van de rookmelders die in het alarmsysteem ingeleerd zijn.
Pagina 85
6. TESTMODUS TEST 1 APPARAAT Selecteer een specifieke groep van apparaten die u wilt testen. Bijvoorbeeld, bewegingsmelders. →MAGNEETCONTACTEN →BEWEGINGSMELDERS Druk op om het submenu "TEST 1 APPARAAT" te openen en gebruik om door →GLASBREUKMELDERS de families van apparaten te scrollen. Druk op om het submenu van de →SCHOK SENSOREN <apparaatfamilie>...
6. TESTMODUS 4. Druk op ; de volgende schermen zullen verschijnen: "Zxx ACTIVEER NU “SHOCK NIET ACTIEF.” “MAGN NIET ACTIEF" "AUX. NIET ACTIEF". Opmerking: De bovenstaande schermen zijn de volledige reeks schermen die kunnen verschijnen om ingangen aan te geven die nog niet geactiveerd zijn. Maar omdat er verschillende modellen schoksensors bestaan, zullen niet alle schermen bij alle modellen verschijnen.
7. ONDERHOUD 7. ONDERHOUD 7.1 Omgaan met systeemproblemen Storing Wat betekent het Mogelijke oplossing 1-W Comm. Het systeem kan het apparaat niet • Controleer of het apparaat fysiek aanwezig configureren of controleren. Batterijstroom consumptie neemt toe. • Controleer het scherm op problemen van het apparaat, bijv.
(PowerMaster-10 G2 / 4.1 (PowerMaster-30 G2). B. Verwijder de 4 schroeven die de achterste eenheid vastmaken aan het montageoppervlak, zie Afbeelding 3.1 (PowerMaster-10 G2 / 4.1 (PowerMaster-30 G2) en verwijder het bedieningspaneel. Soak Test is niet van toepassing op UL-installaties...
7.4 De zekering vervangen De PowerMaster-10 G2 heeft een interne zekering (de PowerMaster-30 G2 heeft twee interne zekeringen) die automatisch wordt teruggezet. Daarom is het niet noodzakelijk om de zekering(en) te vervangen.
Van elke gebeurtenis wordt ook de datum en tijd opgeslagen. Opmerking: Het event logboek slaat tot 250 gebeurtenissen (PowerMaster-10 G2) / 1000 gebeurtenissen (PowerMaster-30 G2) op, die u met de Remote Programmer PC toepassing of via de Powermanage server op afstand kunt bekijken.
APPENDIX A. Specificaties APPENDIX A. Specificaties A1. Functioneel PowerMaster-10 G2 PowerMaster-30 G2 Zones Nummer 30 draadloze zones (inclusief 1 bekabelde Tot maximum 64 draadloze zones (inclusief ingang). 2 bekabelde ingangen). Vereisten voor zone 2,2 k Ω E.O.L. weerstand (max. weerstand 2,2 k Ω...
APPENDIX A. Specificaties PowerMaster-10 G2 PowerMaster-30 G2 Speciale functies Klankzones Klankzones Diagnostische test en event log. Diagnostische test en event log. Ter plaatse en op afstand Ter plaatse en op afstand programmeren via telefoon, programmeren via telefoon, GSM/GSM/GPRS verbindingen. GSM/GSM/GPRS verbindingen.
Rapportbestemmingen 2 Monitoringstations, 4 private telefoons 2 Monitoringstations, 4 private telefoons Voor EN/Europese nalevingsinstelling: Dual reporting PowerLink3 en PSTN (voor zowel PowerMaster-10 G2 als PowerMaster-30 G2) of PowerLink3 en GSM alleen voor PowerMaster-30 G2. D-306908 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding...
APPENDIX A. Specificaties PowerMaster-10 G2 PowerMaster-30 G2 Rapport Formaat SIA, Contact ID, Scancom, SIA IP, Visonic SIA, Contact ID, Scancom, SIA IP, Visonic Opties PowerNet. PowerNet. Opmerking: Voor UL-gergistreerde Opmerking: Voor UL opgelijste producten, producten, zijn de formats die worden zijn de formats die worden gebruikt SIA en gebruikt SIA en contact-ID.
BIJLAGE B. Werken met partities BIJLAGE B. Werken met partities Uw alarmsysteem heeft een geïntegreerde partitiefunctie die het alarmsysteem in drie aparte secties kan verdelen, Partitie 1 tot 3. Een partitie kan ingeschakeld of uitgeschakeld worden ongeacht de status van de andere partities binnen het systeem.
BIJLAGE B. Werken met partities Zone types van Definitie gemeenschappelijke zones Binnenshuis-volg • Werkt pas zoals gedefinieerd nadat de laatste toegewezen partitie als INGESCHAKELD is. • Indien één van de partities uitgeschakeld of als DEEL ingeschakeld is, wordt een alarmmelding van deze zone voor alle toegewezen partities genegeerd. •...
Alle zones staan standaard op Deurbel UIT. Voer uw eigen keuze in bij de laatste kolom en programmeer op die manier. Er is maar 1 bekabelde zone in PowerMaster-10 G2 en 2 bekabelde zones in PowerMaster-30 G2. D-306908 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding...
BIJLAGE C. Melders plaatsen & zenders toewijzen C2. Keyfob zenderlijst Zendergegevens AUX-knop toewijzingen Type Houder Type Houder Stop uitloopvertraging of "Direct inschakelen" Selecteer de gewenste functie (indien van toepassing) Stop uitloopvertraging Direct “aan” C3. Noodsituatie zenderlijst Tx # Zendertype Aangemeld bij zone Naam van houder...
BIJLAGE D. Gebeurteniscodes D3. Het Scancom-rapportageprotocol gegevensformaat begrijpen Het SCANCOM-gegevensformaat Accountcode Kanalen Kanalen bestaat uit 13 decimale getallen 1 – 4 5 – 8 opgedeeld in 4 groepen, van links naar aaaa Systeem status: rechts, zoals rechts getoond. geen probleem, cccc cccc Ieder kanaal is als volgt met een...
BIJLAGE D. Gebeurteniscodes D4. SIA over IP – Offset voor Apparaatgebruiker Type Getalbereik in Voorbeeld Opmerkingen decimalen Systeemmeldingen Systeem sabotageschakelaar zou worden gemeld als 000 Normale zones/melders 1-499 Zone 5 zou worden gemeld als 005 Keyfobs / Gebruikers /Tags 501-649 Keyfob/gebruikernummer 101 zou worden gemeld als 601 Zenders...
BIJLAGE E. SABBAT-MODUS BIJLAGE E. SABBAT-MODUS E1. Algemene richtlijnen Met de Sabbatmodus kunt u het alarmsysteem gebruiken zonder de Sabbat te schenden. De basisfunctie van dit alarmsysteem is dat de PIR-sensoren niet worden geactiveerd tijdens Uitgeschakelde modus. De installatiemethode, zoals geïllustreerd in onderstaande afbeelding, wordt gebruikt om verzending vanaf het magnetische contactapparaat te voorkomen.
De PowerLink3 IP Communicator is verenigbaar met het PowerMaster-bedieningspaneel versie 17 en hoger. F1. Hoe te beginnen De Visonic PowerLink3 IP Communicator biedt een communicatiekanaal naar de PowerManage server en laat u gebeurtenissen versturen, inclusief alarmbeelden van PIR-camera's, en u kunt panelen configureren. (Raadpleeg voor gedetailleerde informatie de PowerManage Gebruikershandleiding.)
BIJLAGE F. PowerLink3 IP Communicator49F, 50F F2. Specificaties SOFTWARE • PowerMaster-gebeurtenismelding aan PowerManage-servers Beveiligingssysteem • Biedt communicatiekanaal naar PowerManage-servers • IP-adres: Auto configuratie of Handmatige configuratie Beheer • Optie Terugzetten naar fabriekswaarden • Bijwerken firmware op afstand • AES 128 Bit codering voor SIA-IP PowerMaster gebeurtenissen Gegevensveiligheid HARDWARE •...
BIJLAGE F. PowerLink3 IP Communicator49F, 50F F3. Installatie Inhoud pakket 1 x Visonic PowerLink3 IP Communicator 1 x 2m (6.5 voet) Cat-5 kabel 1 x RS-232 kabel Systeemvereisten • PowerMaster-beveiligingssysteem. • Hogesnelheids internetverbinding (kabel of DSL) ingeschakeld via Home Router (op ethernet gebaseerd).
F4. De Visonic PowerLink3 IP Communicator installeren Voer de volgende instructies uit om de hardware van de Visonic PowerLink3 IP Communicator te installeren: Opmerking: Er is geen back-up van de werking van de PowerLink3 IP Communicator voor de batterij van het controlepaneel en hij wordt afgesloten bij een AC onderbreking.
Pagina 111
BIJLAGE F. PowerLink3 IP Communicator49F, 50F Stap 3 PowerMaster-10 G2: PowerMaster-30 G2: 1. Verbind de platte kabel van het voorpaneel met de 1. Verbind de platte kabel van het voorpaneel met PowerLink3 IP Communicator. de PowerLink3 IP Communicator. 2. Verbind de Cat-5 kabel van de PowerLink3 IP 2.
BIJLAGE F. PowerLink3 IP Communicator49F, 50F Stap 4. Sluit het paneel en maak het vast met 2 schroeven: PowerMaster-10 G2 PowerMaster-30 G2 Configuratie bedieningspaneel De PowerLink3 IP Communicator is geïntegreerd in het PowerMaster-bedieningspaneel. Dit maakt het makkelijker de benodigde menu's te installeren die bekend zijn voor de installateur.
Pagina 113
BIJLAGE G. Begrippenlijst BIJLAGE G. Begrippenlijst Afbreekperiode: Als een alarm afgaat wordt eerst gedurende een beperkte periode de interne zoemer geactiveerd die als afbreekperiode door de monteur is ingesteld. Als u per ongeluk een alarm doet afgaan, kunt u het systeem binnen de afbreekperiode uitschakelen, voor de sirenes beginnen te werken en het alarm aan de responders op afstand wordt gemeld.
BIJLAGE G. Begrippenlijst Om het systeem uit te schakelen zonder een alarm te veroorzaken, gebruikt u uw keypad (dat gewoonlijk toegankelijk is zonder dat een omtrekzone wordt verstoord) of gebruik een keyfob zender. Kindzender: De modus kindzender is een speciale inschakelmodus waarmee gebruikers van een kindzender een 'kindzenderbericht' naar een telefoon sturen wanneer ze het systeem uitschakelen.
Het Ringerequivalentienummer (REN) voor deze stationapparatuur is 0.3B. Opmerking: Alleen apparaten die werken op 912-919 MHz worden getest en geregistreerd door UL/ULC. SIA CP01 normen: PowerMaster-10 G2 en PowerMaster-30 G2: voor SIA CP01 moet een sirene worden gebruikt in de systeeminstallatie. GSM normen: Europa: Conform met EG-normen: EN 301 511, EN301 489-7 VS: CFR 47 Deel 22 (GSM850) en Deel 24 (GSM 1900).
Pagina 116
BIJLAGE H: Conformiteit met normen Om te voldoen aan de FCC en IC RF vereisten voor blootstelling, moet het apparaat tijdens normaal gebruik op een afstand van tenminste 20 cm van alle personen worden geplaatst. De voor dit product gebruikte antennes mogen niet bij andere antennes of zenders worden geplaatst of er samen mee worden gebruikt.
Pagina 117
VISONIC BEPERKTE GARANTIE SCHADE, INBEGREPEN ZONDER BEPERKING, VOOR SPECIALE, INDIRECTE, Visonic Ltd. ("Verkoper") garandeert uitsluitend aan de oorspronkelijke aankoper (de ONVOORZIENE, RESULTERENDE, OF STRAFRECHTELIJKE SCHADE OF VERLIES, "Koper") dat deze Producten enkel vrij zijn van defecten in materiaal en vakkundigheid bij...
Pagina 119
KINDZENDER – Wordt gebruikt voor keyfob zenders 5 tot en met 8 (PowerMaster-10 G2) / 23 tot en met 32 (PowerMaster 30 G2) Opmerking: De hoofdgebruiker-fabriekscode is 1111. De code is niet vereist indien snel inschakelen is toegelaten door de installateur.
De PowerMaster kan worden geprogrammeerd voor selectieve kennisgeving van berichten met gebeurtenissen naar privételefoonabonnees – raadpleeg Hoofdstuk 6, paragraaf B.11 van de PowerMaster-10/30 G2 Gebruikershandleiding. PowerMaster-10 G2 bedieningspanelen In het geval van een alarm wordt het volgende stemsignaal naar privételefoons gestuurd bij het melden van gebeurtenissen: BRAND: AAN- AAN- AAN- pauze...