5. PROGRAMMEREN
5.2.1 "Installatiemodus" openen als "Gebruikerstoestemming" actief is
In bepaalde landen kunnen de reglementen een gebruikerstoestemming vereisen om wijzigingen in de configuratie
van het paneel aan te brengen. Om te voldoen aan deze reglementen, is de optie "Installatiemodus" enkel
toegankelijk via het menu "Gebruiker". De Hoofdgebruiker moet eerst het menu "Gebruiksinstellingen" openen en
dan scrollen tot de optie "Installatiemodus" getoond wordt. Daarna kan de installateur verder gaan zoals getoond in
bovenstaande tabel (zie ook
Om het paneel te laten voldoen aan de vereisten voor de gebruikerstoestemming – zie optie #91
"Gebruikerstoestemming" in paragraaf 5.5.8.
5.2.2 Opties selecteren
– Een optie uit een menu selecteren
Voorbeeld: Om een optie te selecteren vanuit het menu "COMMUNICATIE":
[1]
Open de Installatiemodus en selecteer de optie "04.COMMUNICATIE" (zie sectie 5.2).
[2]
Selecteer de submenuoptie die u nodig hebt, bijvoorbeeld: "3: C.S. MELDING".
[3]
Selecteer de parameter die u wenst te configureren, bijvoorbeeld:"11:RCVR 1 ACCOUNT"
[4]
Ga vervolgens naar de sectie van de geselecteerde submenuoptie, bijvoorbeeld sectie 5.6.4. voor het menu
"3:C.S.MELDINGEN", en zoek naar het submenu dat die u wenst te configureren (bijv. "11:RCVR 1
ACCOUNT"). Na het instellen van de geselecteerde parameter gaat het scherm terug naar stap 3.
Om de Configuratie van de geselecteerde optie te veranderen:
Bij het openen van de geselecteerde optie, toont het scherm de standaard (of de eerder geselecteerde)
instelling, gemarkeerd met .
Om de configuratie te wijzigen, scrolt u
u op
om te bevestigen. Wanneer u klaar bent, keert het scherm terug naar Stap 3.
5.2.3 Installatiemodus verlaten
Doe het volgende om de installatiemode te verlaten:
Stap 1
[1]
Alle schermen
– De installatiemode verlaten
Om "INSTALLATIEMODUS" te verlaten, gaat u hoger in het menu door herhaaldelijk te
[1]
drukken op de toets
eenmaal op de toets
Wanneer er "[<OK> OM TE VERLATEN]" op het scherm verschijnt, drukt u op
[2]
Het systeem sluit de "INSTALLATIEMODUS" en keert terug naar de normale uitgeschakelde status
[3]
waarbij het scherm GEREED toont.
5.3 Installateurcodes instellen
Het PowerMaster-systeem biedt twee toelatingsniveaus voor de installateur, met verschillende installateurcodes:
•
Hoofdinstallateur: De "Hoofdinstallateur" is bevoegd om toegang te hebben tot alle opties van de Installatiemode
en zijn submenu's. De standaard code is: 9999 (*).
•
Installateur: De "Installateur" is bevoegd om toegang te hebben tot de meeste, maar niet alle opties van de
Installatiemodus en zijn submenu's. De standaard code is: 8888 (*).
•
Bewakercode: Laat een geautoriseerde bewaker enkel toe de centrale in te schakelen / uit te schakelen. De
standaard code is: 0000 (*).
Het volgende kan uitsluitend met het Hoofdinstallateurcode worden gedaan:
•
De Hoofdinstallateurcode wijzigen.
•
Specifieke communicatieparameters bepalen – zie "3:PAC MELDING" in paragrafen 5.6.1 en 5.6.4.
•
De parameters van de PowerMaster terugzetten naar de fabriekswaarden – zie "09:FABRIEKSW." in paragraaf
5.11.
32
[1] in Stap 1 hierboven).
naar het menu "Opties", selecteert u de gewenste instelling en drukt
Stap 2
of
<OK> = VERLATEN
tot het scherm "[<OK> = VERLATEN]" toont, of drukt u
, die u onmiddellijk naar het afsluitscherm brengt "[<OK> =
Stap 3
[2]
[3]
GEREED 12:00
VERLATEN]".
D-306908 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding
.