Optie
Programmeer instructies
48:BB IP
Bepaal hoe vaak het systeem een alarm aan de meldkamer probeert te melden als de
1
POGINGEN
verbinding via de breedbandverbinding mislukt.
Opties: 2 pogingen; 4 pogingen (standaard); 8 pogingen; 12 pogingen en 16 pogingen.
De PowerMaster kan worden geconfigureerd om periodiek een testevent via PSTN naar de
51:TEST CYCLUS
meldkamer te sturen, om te verifiëren dat het communicatiekanaal werkt. U kunt het interval
tussen opeenvolgende test programmeren of de automatische test volledig uitschakelen. Als
het interval voor elke dag is ingesteld, kan het precieze uur voor de melding worden
geselecteerd met optie 52.
Opties: test UIT (standaard); elke 1/2/5/7/14/30 dagen; en elke 5 uur.
Opmerking: Deze moet op "elke 1 dag" staan voor UL-geregistreerd product.
Voer de exacte tijd tijdens de dag in (test tijdstip)waarop de testmelding (indien ingeschakeld
52:TEST TIJDSTIP
in optie 51) naar de Meldkamer zal gestuurd worden.
Opmerking: Als u het AM/PM formaat gebruikt, kunt u het "AM" cijfer invoeren met de
Bepaal of een storing in een van de communicatiekanalen, bijv. PSTN, GSM of breedband, al
53:LIJNUITVAL
dan niet doorgemeld zal worden en de tijdsvertraging tussen detectie van het falen en het
→PSTN FAAL
rapporteren van de storing aan de Meldkamer. Een storing (d.w.z. "Tel.lijnfout", "GSM-lijnfout" of
→GSM FOUT
"PLINK-lijnstoring") zal in het geheugen worden bewaard.
→BREEDBAND
FOUT
(Terugkeren)
Opties "PSTN FAAL": direct melden(standaard); na 5/30/60/180 min; en niet melden.
Opties ""GSM FOUT": na 2/5/15/30 min en niet melden(standaard).
Opties "BREEDBAND FOUT": na 1/2/5/15/30 min, 1/3/6 uur en niet melden (standaard).
61:RPRT CNF
Bepaal of het systeem een melding zal geven wanneer 2 of meer events (bevestigde alarmen)
ALARM
in een specifieke periode optreden, of de melding zal inschakelen en de melder zal
overbruggen.
Opties: niet melden (standaard), wel + overbrug en ingeschakeld
Opmerking: Bij sommige varianten van de Powermaster wordt dit menu alleen in de
Werkmodus weergegeven.
62:ALARM HERSTEL
Er kan een vals alarm optreden als gebruikers het pand niet hebben verlaten als de uitlooptijd is
afgelopen; kort daarna wordt dan een vals alarm gegeven Meld in zulke gevallen aan uw
meldkamer dat het alarm is afgegaan kort nadat het systeem is ingeschakeld (deze gebeurtenis
heet "Verificatie"). De Wel melden een melding "verificatie" naar de meldkamer indien een
alarm afgaat binnen 2 minuten na het einde van de uitloopvertraging.
Opties: niet melden (standaard instelling) en ingeschakeld
Opmerkingen:
1. CP-01 is getest en gecertificeerd door ETL/Intertek.
2. CP-01 functies mogen niet worden ingeschakeld in UL-geregistreerd product.
63:ZONE HERSTEL
Sommige meldkamers vereisen dat er na een alarm in een specifieke zone, het systeem ook
meldt wanneer de alarmerende zone weer hersteld is naar normaal.
Opties: ingeschakeld (standaard instelling) en niet melden
64:SYST.INACTIEF
De PowerMaster kan geprogrammeerd worden om "Systeem Inactief" (CID event 654) aan de
meldkamer te melden indien het systeem niet gebruikt wordt (d.w.z. ingeschakeld) gedurende
een vooraf bepaalde periode.
1
BB IP Pogingen is niet relevant voor UL-installaties
D-306908 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding
-knop en het"PM" cijfer met de
5. PROGRAMMEREN
-knop.
59