8.5.4
Testen van de doseerunits
Waarschuwing
8.5.5
Testen van het voerdetectiesysteem
Waarschuwing
8-8
Blokkeer het koeverkeer naar de COSMIX P voordat u deze procedure
uitvoert.
Gebruik de E-link handbediening voor deze procedure.
1.
Zorg dat de voertrechters niet leeg zijn.
2.
Selecteer in het hoofdmenu 'Testing' en druk op de knop [
3.
Selecteer 'Valves/Blocker' en druk op knop [
4.
Selecteer 'Valve 1' en druk op knop [
5.
Controleer of de doseerunit het juiste voertype aangeeft.
6.
Als de COSMIX P twee of meer voertypen heeft:
1.
Selecteer 'Valve 2' en druk op [
2.
Controleer of de doseerunit het juiste voertype aangeeft.
7.
Als de COSMIX P drie of meer voertypen heeft:
1.
Selecteer 'Valve 3' en druk op [
2.
Controleer of de doseerunit het juiste voertype aangeeft.
8.
Als de COSMIX P vier voertypen heeft:
1.
Selecteer 'Valve 4' en druk op [
2.
Controleer of de doseerunit het juiste voertype aangeeft.
9.
Als een of meer doseerunits niet het goede type voer geven, dient
u aan die doseerunit het juiste voertype toe te wijzen. (pagina 8-12)
Blokkeer het koeverkeer naar de COSMIX P voordat u deze procedure
uitvoert.
Gebruik de E-link handbediening voor deze procedure.
1.
Zorg dat de voerbak leeg is.
2.
Selecteer in het hoofdmenu 'Testing' en druk op de knop [
3.
Selecteer 'FDS Test' en druk op knop [
Het display toont:
• de uitgangswaarde van de voersensor (ADC-waarde)
• de lege-voerbakwaarde (pagina 4-16).
4.
Controleer of beide waarden gelijk zijn (ongeveer 750).
5.
Als beide waarden niet gelijk zijn, dient u de 'Lege-voerbakwaarde'
(pagina 8-6) te kalibreren.
6.
Doe wat voer in de voerbak.
7.
Controleer of beide waarden verschillen van 'Lege-voerbakwaarde'.
innovators in agriculture
].
].
].
].
].
].
].
].
Testen en afstellen