5.4
Sluit de COSMIX P aan
LET OP
5.4.1
Aansluiten van de luchtleidingen
NB:
Gebruik een kabelgoot om de kabels en leidingen te beschermen tegen
mechanische effecten van buitenaf. Gebruik een aparte kabelgoot om de
ethernetkabel te beschermen tegen elektromagnetische interferentie (EMI).
1.
Lokaliseer de luchtleidingen die zijn aangesloten op de
doseerunit(s).
Elke doseerunit heeft een zwarte en een blauwe luchtleiding.
2.
Voer de luchtleidingen in de besturingsunit.
3.
Sluit de zwarte luchtleiding aan aan de leidingconnector (7, fig. 31,
pagina 5-19) op de ventielunit.
4.
Sluit de baluwe luchtleiding aan aan de leidingconnectoren (8) op
de ventielunit.
5.
Leid de persluchtleiding in de besturingsunit.
6.
Sluit de luchttoevoerleiding aan op de luchtkoppeling (6).
Figuur 31. Sluit de besturingsunit aan
innovators in agriculture
5-19Installatie