4.5
Werking
4.5.1
Identificatie
4.5.2
Voeren
4-18
Een koe gaat de COSMIX P binnen.
Qwes-ACT tags
Als de koe haar kop naar de voerbak beweegt, leest de antenne in de
ID-lezer de tag. De ID-lezer verzendt de data van het label naar de
multiboard printplaat.
Qwes-H/HR tags
De foto-elektrische sensor op de besturingsunit bemerkt de
aanwezigheid van een koe en activeert de ID-lezer. Het Xenos-
knipperlicht in de ID-lezer begint te knipperen. De infraroodlezer leest
de data van het label van de koe en verstuurt de data naar de
multiboard printplaat. Daarna worden het knipperlicht en de lezer
UITgeschakeld.
Qwes-LEG tags
De vloerantenne van de ID-lezer leest de tag van de koe. De ID-lezer
verzendt de data van het label naar de multiboard printplaat.
De identificatiecode van de koe wordt gecontroleerd aan de hand van
de database op de multiboard printplaat.
Het besturingssysteem identificeert de koe en synchroniseert de
informatie met de T4C-computer. Op basis van de informatie voor de
specifieke koe wordt het voerkrediet berekend. Als de koe voerkrediet
heeft, opent het besturingssysteem de sluiting van de doseerunit(s) om
het specifieke krachtvoermengsel voor de koe te verstrekken.
Voor de COSMIX P begint met voeren, moet aan twee voorwaarde
worden voldaan:
• De koe heeft voerkrediet voor de aangesloten typen voer
• De koe mag krachtvoer eten in de COSMIX P.
Voerkrediet
De te voeren hoeveelheid moet voor ten minste één van de aangesloten
voertypen groter zijn dan 0 kg. Tevens moet de hoeveelheid groter zijn
dan de minimale portiegrootte die in de T4C is ingesteld.
Mogen eten
Koeien mogen eten als:
• Het bezoek niet valt in een van de geblokkeerde perioden, ingesteld
in T4C
• Robotvoeren is ingeschakeld
• De koe niet op het punt staat gemolken te worden, wat betekent dat
het niet nodig is de koe naar de melkrobot te lokken (en haar portie
krachtvoer in de robot te eten).
innovators in agriculture
Beschrijving en werking