SPIEGELS
(1/3)
1
A
Buitenspiegels
Verstellen
Selecteer de spiegel met behulp van de
schakelaar 2, en verstel hem daarna met de
knop 1 in de gewenste stand.
Verwarmde buitenspiegels
Het ontdooien gebeurt tegelijk met het ver-
warmen van de achterruit.
Raadpleeg de paragraaf "Thermostatische
airconditioning" in Hoofdstuk 3.
1.34
Inklapbare buitenspiegels
De spiegels klappen automatisch in bij het
vergrendelen van de auto (schakelaar 3 in
stand B).
U kunt altijd het inklappen (schakelaar 3 in
stand C) of het uitklappen (schakelaar 3 in
2
stand A) van de spiegel regelen.
De automatische werking is dan uitgescha-
keld. Om deze weer in te schakelen, zet u de
schakelaar 3 op B.
3
B
c
Voorwerpen in het buitenspie-
gelglas zijn dichterbij dan ze
lijken. Voor uw eigen veiligheid
dient u hiermee rekening te
houden bij het bepalen van de afstand,
voordat u een manoeuvre uitvoert.
Functie welkomst en afscheid
Selecteer in het bedieningsscherm het
menu "Voertuig", "Gebruikersinstellingen",
"Externe welkomst" en activeer of deactiveer
de functie (ON of OFF).
Afhankelijk van de geselecteerde keuze
worden de spiegels uitgeklapt:
– wanneer het contact de volgende keer
wordt aangezet (functie gedeactiveerd);
– wanneer de RENAULT-card wordt ge-
detecteerd of de auto wordt ontgrendeld
(functie geactiveerd).
Voer deze verstellingen uitslui-
tend uit als de auto stilstaat.