ONDERHOUD VAN DE cARROSSERIE
Ontdoe de auto regelmatig van plantenres-
ten (hars, bladeren enz.).
Houd rekening met lokale voorschriften
inzake het wassen van een auto (bv. niet op
de openbare weg).
Houd bij het rijden op pas geasfalteerde
wegen afstand van de andere auto's om be-
schadiging van lak en ruiten door opspat-
tend grind te voorkomen.
Kleine beschadigingen van de lak moet
u snel herstellen of laten herstellen zodat
roest ook daar geen kans krijgt.
Laat uw merkdealer regelmatig de carrosse-
rie inspecteren als de auto een plaatwerk-
garantie heeft. Raadpleeg het onderhouds-
document.
Mechanische onderdelen, scharnierende
delen, enz. moeten na reiniging altijd op-
nieuw worden beschermd met een door
onze technische diensten goedgekeurd pro-
duct.
4.16
(2/3)
Wat u niet moet doen
De auto wassen in felle zon of als het vriest.
Vuil of insectenresten wegkrabben, zonder
ze eerst met water los te weken.
De auto verwaarlozen zodat vuil zich kan
ophopen.
Kleine beschadigingen niet (laten) bijwer-
ken.
Vlekken of aanslag verwijderen met op-
losmiddelen die niet door onze technische
diensten zijn geselecteerd. De lak kan hier-
door worden aangetast.
Vaak door sneeuw en modder rijden zonder
de auto te wassen, met name de wielkuipen
en de bodemplaat.
Ontvetten of reinigen met
behulp van een hoge-
drukreiniger of sproeipro-
ducten die niet door onze
technische dienst zijn goed-
gekeurd.
– mechanische delen (bijv. de motor-
ruimte);
– onderkant carrosserie;
– scharnierende delen (bijv. aan de portie-
ren);
– gelakte plastic delen aan de buitenkant
(bijv. bumpers).
Hierdoor kunnen oxidatie of storingen ont-
staan.