TIPS VOOR HET RIjDEN, zUINIG RIjDEN
stand EcO
De ECO-modus is een functie die het
brandstofverbruik zo laag mogelijk houdt.
Deze werkt op bepaalde stroomverbrui-
kende systemen in de auto (verwarming,
airconditioning, stuurbekrachtiging, enz.) en
op bepaalde rij-activiteiten (versnellen, ver-
tragen, schakelen, gebruik van snelheidsre-
gelaar, enz.).
Doordat de versnelling wordt beperkt, wordt
gezorgd voor een rijstijl die geschikt is voor
in de stad of de periferie waarbij weinig
brandstof wordt verbruikt. Doordat de air-
conditioning slechts beperkt wordt gebruikt,
daalt het brandstofverbruik zonder dat het
warmtecomfort verlaagt.
Vrijloop in de EcO-modus
Afhankelijk van de auto wordt, bij auto's met
een automatische transmissie, in de rem-
fasen (met de voet volledig van het gaspe-
daal), de vrijloop ingeschakeld (automatisch
neutraal) om afremmen op de motor te ver-
minderen zodat u verder komt zonder gas te
geven, om brandstof te besparen.
2.20
(3/5)
4
Activeren van de functie
De functie kan worden ingeschakeld:
– door op de schakelaar 4 te drukken.
– met de centrale bediening 5 (raadpleeg
de paragraaf "Multi-Sense" in hoofdstuk
3);
– vanuit het navigatiemenu van het multi-
mediascherm (raadpleeg het instructie-
boekje van het multimediasysteem).
Het controlelampje
verschijnt op het
instrumentenpaneel om de inschakeling te
bevestigen.
Tijdens het rijden kan de ECO-modus tijde-
lijk worden verlaten om de motor weer op
volle kracht te laten werken.
Druk daartoe het gaspedaal diep in.
De ECO-modus wordt weer ingeschakeld
zodra u de druk op het gaspedaal vermin-
dert.
Uitschakelen van de functie
Druk op de schakelaar 4.
5
Het controlelampje
mentenpaneel gaat uit om de uitschakeling
te bevestigen.
op het instru-