Digitale ingangen
Aanduiding Digitale ingang
DI1*
Drukschakelaar 1
DI2*
Drukschakelaar 2
Peilschakelaar, aanvoer-
DI3*
tank (voor het starten
van de motor)
Oliedrukschakelaar
DI4*
(lage oliedruk)
Thermostaat
DI5*
(hoge motortemperatuur)
Drukschakelaar
DI6*
(pomp in bedrijf)
DI7*
Stand van brandstofklep
Debietschakelaar (geen
DI8
debiet in het koelcircuit)
Afstandsalarm verwar-
DI9
mingselement
Regeling van ventilatie-
DI10
roosters
DI11
Hulpingang 1
*
Kan worden gemonitord.
De digitale ingangen zijn niet kortsluitingsbestendig.
Uitgangen
De regelaar beschikt over zes digitale uitgangen die potentiale
omschakelingscontacten zijn. De signalen uit de digitale uitgan-
gen kunnen naar een gebouwbeheersysteem worden doorge-
stuurd.
Digitale uitgangen
Aanduiding
Digitale uitgangen
AR1
Pomp in bedrijf
AR2
Algemeen alarm
AR3
Keuzeschakelaar
AR4
Start mislukt
AR5
Regelaar defect
AR6
Hulpuitgang 1
Hulpuitgang 1 beschikt niet over een interne
N.B.
bedrading en kan daarom niet worden gebruikt.
Elektrische gegevens van relaisuitgangen van signalen
Spanningsklasse:
Isolatiespanning:
Isolatiebeproevingsspanning 1,5 kVAC.
Max. voedingspanning
Max. belasting:
Min. belasting:
Max. uitgangsvermogen:
7.1 Fabrieksinstellingen
Zie paragraaf
voor informatie over het instellen
8.2 Instellingen
van de regelaar.
8
Stand wan-
Klem
neer geac-
tiveerd
81 + 82
Open
83 + 84
Open
85 + 86
Gesloten
89 + 90
Gesloten
91 + 92
Gesloten
93 + 94
Gesloten
87 + 88
Gesloten
70 + 95
Gesloten
96 + 97
Open
98 + 99
70 + 100
Gesloten
Klem
30-33
34-37
38-40
41-43
44-46
47-49
Categorie 1.
115 V (ten opzichte van aarding).
115 VAC.
2 A, 115 V.
100 mA, 12 VDC.
230 VA / 24 W.
8. Bedieningspaneel
Met het bedieningspaneel kunt u parameters instellen, de status-
en alarmmeldingen via het scherm en de controlelampen laten
weergeven en alarmmeldingen terugstellen.
Het bedieningspaneel is in twee delen opgedeeld (zie afb. 4):
•
het scherm met bedieningstoetsen;
•
de lampen voor status- en storingsmeldingen.
Het gedeelte met de controlelampen is als volgt onderverdeeld:
•
storingsmeldingen, batterijeenheid 1 en 2;
•
alarmmeldingen;
•
statusmeldingen;
•
testen van drukschakelaars en lampen.
Afb. 4 Bedieningspaneel
Het beeldscherm
Op het scherm wordt de status getoond via bedrijfsgegevens,
waarschuwingsberichten en afzonderlijke instellingsweergaven.
De instellingsweergaven worden beschreven in paragraaf
Instellingen, en de op de onderste regel van het scherm weer-
8.2
gegeven berichten worden in paragraaf
beschreven. Afbeelding
5
geeft weer hoe een statusweergave
eruit ziet.
1700 omw.
AUT
>
per min.
T = 40 °C
Olie = 10b
>
00000H
Brandstof = 100 % > Bedrijfsuren (U) en brandstofpeil (%)
B1 = 24 V
B2 = 24 V
>
Afb. 5 Voorbeeld van een statusweergave
8.3.2 Storingsmeldingen
Toerental- of kalibratieprompt, of
batterijeenheid en aantal startpogin-
gen (aan linkerzijde) en de reden
van starten (aan rechterzijde).
Motortemperatuur (°C) en oliedruk
(bar)
Spanning van batterijeenheid 1 en 2
of een waarschuwingsbericht bij sto-
ringen