Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Grundfos DPC 300 Installatie- En Bedieningsinstructies pagina 10

Inhoudsopgave

Advertenties

8.2.1 Taal
Menu Parameters
Taal
Duits
In het scherm "Taal" kunt u een van de volgende talen selecteren:
Engels
Frans
Nederlands.
Fabrieksinstelling: Lokale taal, indien beschikbaar, of Engels.
8.2.2 Wachtwoord
Menu Parameters
Wachtwoord
0
In dit scherm kunt u een wachtwoord invoeren om andere para-
meters te wijzigen. Deze parameters mogen alleen door Grund-
fos-werknemers worden gewijzigd.
8.2.3 Toerental motor
Als de regelaar onderdeel is van een complete brandbluspom-
peenheid, zal de toerentalweergave al in de fabriek zijn gekali-
breerd. Als de regelaar echter afzonderlijk is geleverd, wordt tij-
dens het opstarten in de eerste regel van de statusweergave een
verzoek weergegeven om het toerental te kalibreren.
?KAL?
T = 40 °C
Olie = 10b
00000H
Brandstof = 100 %
B1 = 24 V
B2 = 24 V
Kalibratieprocedure:
1. Meet met een geschikt meetapparaat het bedrijfstoerental
rechtstreeks bij de dieselmotor. Stel het bedrijfstoerental van
de motor in op het volgende volledige honderdtal
(bijv. 1700 omw. per min.). Het instellen van het bedrijfstoe-
rental wordt beschreven in de installatie- en bedieningsin-
structies van de dieselmotor.
2. Druk op [P] om de keuzemodus in te voeren. Het groene con-
trolelampje naast [P] gaat branden.
3. Selecteer het volgende instellingsweergave met behulp van
de toetsen [ ▲ ] of [ ▼ ]:
Menu Parameters
Teller kal.herz.
1700 omw. per min.
4. Druk op [↵] om het toerental te wijzigen. Het groene controle-
lampje naast [P] begint te knipperen.
5. U kunt het toerental aanpassen door op [ ▲ ] or [ ▼ ] te drukken
(instelbaar binnen een bereik van 1000 tot 4000 omw. per min
en in intervallen van 100).
6. U slaat de parameterwaarde op door op [↵] te drukken.
Het groene controlelampje naast [P] brandt nu.
7. Druk op [P] om de wijzigingen te activeren en terug te keren
naar de statusweergave.
Na een automatische kalibratie wordt de parameterwaarde in de
weergave "Kal. motor aan" automatisch teruggesteld naar "Nee".
Menu Parameters
Kal. engine aan
Nee
Tijdens de automatische kalibratieprocedure knippert het sym-
bool "?CAL?" op het scherm. De kalibratieprocedure kan maxi-
maal 30 seconden duren. Wanneer de kalibratieprocedure is
afgerond, wordt in plaats van het knipperende symbool het actu-
ele toerental weergegeven.
8. Na de kalibratie moet het bedrijfstoerental van de dieselmotor
worden teruggesteld naar het oorspronkelijke nominale toe-
rental.
10
8.2.4 Aantal startpogingen
Menu Parameters
B1 en B2 starten
6 starts
In deze weergave wordt het aantal startpogingen getoond.
Deze waarde kan niet worden gewijzigd.
Fabrieksinstelling: 6.
8.2.5 Interval van startpogingen
Menu Parameters
Starttijd uit
7,0 sec.
In deze weergave kunt u het interval tussen twee startpogingen
instellen voor automatisch bedrijf.
Instelbereik:
5,0 tot 10,0 seconden in stappen van
0,1 seconde.
Fabrieksinstelling: 7,0 seconden.
Om de instelprocedure sneller te laten verlopen
kunt u tevens de parameterwaarde wijzigen in
N.B.
stappen van 1,0 seconde door de toets [
ingedrukt te houden.
8.2.6 Duur van startpogingen
Menu Parameters
Starttijd aan
5,0 sec.
In deze weergave kunt u het aantal seconden instellen voor de
activering van het startrelais om de dieselmotor te starten.
De duur van de startpoging wordt aldus opgegeven.
Instelbereik:
5,0 tot 10,0 seconden in stappen van
0,1 seconde.
Fabrieksinstelling: 5,0 seconden.
Om de instelprocedure sneller te laten verlopen
kunt u tevens de parameterwaarde wijzigen in
N.B.
stappen van 1,0 seconde door de toets [
ingedrukt te houden.
8.2.7 Duur van stoppogingen
Menu Parameters
Stoptijd
10 sec.
In deze weergave kunt u het aantal seconden instellen voor de
activering van de afsluiter om de motor te stoppen na het indruk-
ken van [STOP].
Instelbereik:
5,0 tot 25,0 seconden in stappen van
0,1 seconde.
Fabrieksinstelling: 10 seconden.
Om de instelprocedure sneller te laten verlopen
kunt u tevens de parameterwaarde wijzigen in
N.B.
stappen van 1,0 seconde door de toets [
ingedrukt te houden.
8.2.8 Contrast
U kunt het beeldcontrast aanpassen door in het statusscherm op
de toets [ ▼ ] (donkerder) of [ ▲ ] (helderder) te drukken.
] of [
]
] of [
]
] of [
]

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave