12. Bedrijf
Waarschuwing
Neem de veiligheidsinstructies in acht die zijn
vermeld in de installatie- en bedieningsinstruc-
ties voor de dieselmotor en de pomp.
Voorzichtig
Zorg dat de regelaar voldoende wordt belucht!
De belangrijkste bedijfsparameters en alarmmeldingen worden
op het scherm getoond en worden via de controlelampen op het
bedieningspaneel aangegeven. Zie paragraaf
ringsmeldingen. Als de uitgangen van de pompeenheid op een
gebouwbeheersysteem zijn aangesloten, kan de werking op
afstand worden gemonitord.
Zie paragraaf
15. Opsporen van storingen
dende storingen te herstellen. Alarmmeldingen die niet automa-
tisch worden teruggesteld, moeten worden teruggesteld door op
[R] te drukken. Zie afb. 8.
Afb. 8 Handmatig alarmmeldingen terugstellen
De vier mogelijke bedrijfsmodi worden beschreven in de vol-
gende subparagrafen:
•
Automatisch bedrijf (normaal bedrijf)
•
Handmatig bedrijf (voor opstarten en na onderhoudswerk-
zaamheden)
•
Noodbedrijf (als automatisch bedrijf is verstoord)
•
Werkingstest.
12.1 Automatisch bedrijf
Eens de pompeenheid is geïnstalleerd en conform de installatie-
en bedieningsinstructies is opgestart, zijn er geen verdere hande-
lingen meer nodig.
De pompeenheid werkt automatisch en schakelt zichzelf in zodra
er water aan het sprinklersysteem wordt onttrokken en de druk-
schakelaar een drukval detecteert.
In de automatische modus moet de keuzeschake-
N.B.
laar op "AUTO" staan. Het groene controlelampje
met "AUTO" brandt dan.
18
Systeem in automatische modus
Wanneer de hoofdschake-
laar op "I" en de keuze-
schakelaar op "AUTO"
staat, is de pomp in de
automatische modus.
Opmerking: Verwijder de
8.3 Status- en sto-
sleutel, als u de pompeen-
heid tegen onbevoegd
gebruik wilt beveiligen.
om eventuele optre-
Het systeem stoppen
Normaal gesproken stopt
de pompeenheid door de
keuzeschakelaar op
"HANDTEST" te zetten
(eerste stap) en [STOP] in
te drukken (tweede stap).
Noodstop
Sluit de brandstofkraan op
de tank voor een nood-
stop.
Als alternatief kunt u
tevens een noodstop uit-
voeren door de
STOP-hendel op de injec-
tiepomp aan te trekken.
N.B.
De pompeenheid stopt niet bij waarschuwingen.
2.
De hoofdschakelaar beschikt niet over een nood-
N.B.
stopfunctie. Hoewel de hoofdschakelaar op "O"
staat, blijft de pomp in bedrijf.
1.