1
2
3
4
Afb.12
Aan de handslinger (1) kunnen 2 standen om te draaien worden gekozen:
Slingerstand
De handslinger (1) is
ingeschoven.
De handslinger (1) is er in de
richting van de pijl volledig
uitgetrokken.
•
De borgpen (3) eruit trekken, de steunvoet (2) naar buiten duwen en de positie met de
borgpen (3) borgen.
•
De steunvoet (4) met de handslinger (1) stevig op de bodem draaien tot de dissel ontlast is.
Aanwijzing
Om het standvlak van de steunvoet bij zachte ondergrond te vergroten, dient u een geschikte
onderlaag te gebruiken.
Toelichting
•
Om de steunvoet (2) neer te laten, de handslinger (1)
linksom draaien.
•
Om de steunvoet (2) op te heffen, de handslinger (1)
rechtsom draaien.
De steunvoet (2) beweegt met lage snelheid
omhoog/omlaag. Er moet minder kracht worden uitgeoefend.
•
Om de steunvoet (2) neer te laten, de handslinger (1)
rechtsom draaien.
•
Om de steunvoet (2) op te heffen, de handslinger (1)
linksom draaien.
De steunvoet (2) beweegt met hoge snelheid
omhoog/omlaag. Er moet meer kracht worden uitgeoefend.
Veiligheid
1
COM00446
51