Advertenties
Instellingen
15.1
Remkrachtontlasting bij het toevoeren instellen
Afb. 199
Speciaal bij de uitvoering foliebinding kan het zijn dat de folie op de folierol over de kop gaat in
plaats van naar de ronde baal te worden toegevoerd. Dan moet de remkrachtontlasting bij de
toevoer worden ingesteld.
Wanneer het bindmateriaal naar de ronde baal wordt geleid, moet de remkracht gereduceerd
zijn zodat het bindmateriaal gemakkelijker door de ronde baal kan worden getrokken.
Deze remkrachtontlasting bij de toevoer kan op de veer (3) aan de rechter machinezijde achter
de zijkap worden ingesteld.
Hoe sterker de veer (3) is gespannen, des te groter is de remkrachtontlasting bij de toevoer.
Voorwaarde
–
De nettoevoerarm bevindt zich in toevoerpositie, zie hoofdstuk Terminal, "Menu 10
‚Handmatige bediening'".
–
De machine is stopgezet en beveiligd, zie hoofdstuk Veiligheid, "Machine stopzetten en
beveiligen".
•
Controleren of de schijf (2) zich boven de veer (3) ter hoogt evna de middelste inkeping (4)
bevindt.
•
Wanneer de spanning van de veer (3) moet wordne gewijzigd, de moer (1) losdraaien of
vaster aandraaien.
Inkepingen (4)
boven
gemiddeld
onder
276
Spanning van de veer (3)
gering
middel
sterk
4
Bindmateriaal bij de toevoer
Het bindmateriaal kan moeilijker worden
getrokken.
Het bindmateriaal kan bij gemiddelde
sterkte worden getrokken. KRONE
adviseert deze instelling als een optimale
ontlasting van de remkracht bij de toevoer
van bindmateriaal.
Het bindmateriaal kan gemakkelijker
worden getrokken.
1
2
3
COM00489
Advertenties
