Bij foliebinding
Nr./symbool
Storing
5
Folie is niet
aangetrokken.
6
Folie staat stil.
7
Folie loopt.
9
Folie is niet
losgemaakt.
Mogelijke oorzaken
–
De folie wordt bij de
start van het binden
niet
getransporteerd.
–
De folierol is niet
goed in de
opnamevoorziening
gelegd en/of de
netremschijven zijn
niet correct
ingesteld.
–
De folie-overhang is
te kort.
–
De netmotor is
defect.
–
De folie scheurt los
na het startproces
resp. tijdens het
binden.
–
De snij-eenheid is in
de folie gevallen.
–
De snij-eenheid is
niet vergrendeld.
–
De snij-eenheid
staat te diep.
–
Het toerental is te
hoog.
–
Folie-uitsteek te
lang
–
De folie wordt niet
zuiver afgesneden.
–
Snij-eenheid is bot.
–
Snij-eenheid wordt
niet gespannen.
Terminal – menu's
Oplossing
–
De folierol opnieuw
inleggen, zie hoofdstuk
Bediening – "Folie
inleggen".
–
De afremming van de
netremschijven controleren
en instellen, zie hoofdstuk
Onderhoud – "Afremming
van de netremschijven
controleren en instellen".
–
De netmotor controleren.
–
De afremming van de
netremschijven reduceren,
zie hoofdstuk "Onderhoud –
Afremming van de
netremschijven instellen".
–
Verontreinigingen bij de snij-
eenheid verwijderen.
–
De instelling van de snij-
eenheid controleren.
–
Controleren of de snij-
eenheid bij het toevoeren
wordt
vergrendeld/gespannen.
–
Het toerental controleren,
mag niet groter dan
-1
540 min
zijn.
–
De afremming van de
netremschijven controleren
en instellen, zie hoofdstuk
Onderhoud – "Afremming
van de netremschijven
instellen".
–
Verontreinigingen bij de snij-
eenheid verwijderen.
–
De snij-eenheid vervangen.
–
De kabel voor het spannen
van de snij-eenheid
instellen.
–
De positie van de
toevoerarm instellen.
201