14.12
Stootplaat instellen
De hoogte van de stootplaat (1) kan aan het zwad worden aangepast. In de fabriek werd positie
I ingesteld. Bij zeer vochtig oogstgoed wordt aanbevolen om de stootplaat in positie II te zetten.
4
7
9
8
Afb. 162
De stootplaat (1) van positie (I) in positie (II) brengen
Aan de linker en rechter machinezijde:
Om de beugel (2) te demonteren,
•
de klapstekker (3) eruit trekken,
•
de vlakke ronde schroef (4) losdraaien,
•
de veer (11) demonteren,
•
de beugel (2) verwijderen,
•
de klapstekker (5) eruit trekken,
•
de stootplaat (1) naar de bovenste boring (12) verplaatsen en met de klapstekker (5)
borgen.
Om de beugel (2) te monteren,
•
de vlakke ronde schroef (4) in de voorste vierkante boring (6) zetten en met
afstandsbuis (7), schijf (8) en borgmoer (9) bevestigen,
•
de beugel (2) op de bout (3) zetten, met de klapstekker (3) borgen en
•
de veer (11) monteren.
4
10
2
5
3
12
11
2
5
4
6
2
5
3
13
Bediening
1
3
237