16.7.2
Sensor B3 netmotorpositie instellen
1
Afb.226
Met deze sensor B3 (1) worden de volgende posities geregistreerd:
– de toevoerpositie,
– de afsnijpositie en
– de bindpositie.
Aanwijzing
Er kan alleen worden opgeslagen als de balk zich in de onderste of bovenste rechthoek van de
balkindicatie bevindt.
Toevoerpositie instellen
Afb. 227
De afstand A tussen het draaipunt van de klink (1) en de stelhendel (2) moet A = 285 - 295 mm
bedragen.
De toevoerpositie bij net- en foliebinding is optimaal ingesteld wanneer de nettoevoerarm zo
dicht naar de aanslag beweegt, dat de afstand 5 mm bedraagt, zie hoofdstuk Foliebinding,
"Toevoerpositie controleren en instellen".
•
Net zo lang op de toets
beweegt dat de toevoerpositie is bereikt.
•
De toets
De ingestelde positie wordt opgeslagen. Het symbool
OK
IBT000203
of
selecteren.
drukken tot de netmotor zo ver naar buiten
in de bovenste regel verschijnt.
Onderhoud
RPN00014_1
305