14.19.6
Voorstrekking van de folie instellen
I
Afb. 195
Door keuze van de wielenparen aan de wikkelarm kan de voorstrekking tussen 50% en 70%
worden versteld.
Stand (I): 50% voorstrekking, ingesteld op bovenste wielenpaar (1)
Stand (II): 70% voorstrekking, ingesteld op onderste wielenpaar (2)
Aan de rechter en linkerzijde van de wikkelinrichting:
•
De draadpen (3) losmaken.
•
Het gewenste wielenpaar (1) of (2) in stand (I) of stand (II) zetten en met de draadpennen
(3) borgen.
Voorstrekking controleren
•
De folie op de rol met 2 strepen op een afstand van 10 cm markeren.
•
Nadat de folie op de ronde baal werd gewikkeld, de afstand tussen de 2 strepen meten.
Bij een correct ingestelde voorrekking van 50 % bedraagt de afstand ca. 15 cm.
Bij een correct ingestelde voorrekking van 70 % bedraagt de afstand ca. 17 cm.
De breedte van de opgerekte folie gemeten aan het vlakke uiteinde van de ronde balen mag bij
een originele breedte van:
–
500 mm niet onder 400 mm,
–
750 m niet onder 600 mm liggen.
Er is een te sterke voorrekking wanneer met een rol een duidelijk groter aantal balen omwikkeld
kan worden of wanneer de folie in dwarsrichting te smal wordt.
•
Wanneer er een te sterke voorrekking is, het wikkelproces onmiddellijk afbreken.
•
De oorzaak van de fout zoeken. Indien nodig, contact opnemen met de KRONE-
servicepartner.
•
Het wikkelproces pas voortzetten wanneer de voorrekking correct is ingesteld.
1
1
2
3
II
2
Bediening
COM00511_1
269