Instellingen
Eindpositie controleren en instellen
Afb. 208
Bij de uitvoering foliebinding moet de nettoevoerarm (1) in eindpositie tegen de isolatie van de
aandrukas (2) liggen. Voor een optimale folieaanneming de eindpositie controleren en indien
nodig instellen:
•
Het menu 10 "Handbediening" in de terminal openen.
•
De nettoevoerarm (1) met het terminal in de opgeslagen eindpositie zetten.
•
De trekker uitschakelen en de contactsleutel uit het contactslot trekken.
•
Controleren of de omkeerrol (3) tegen de isolatie van de aandrukas (2) ligt en de folie
tussen isolatie en van de aandrukas (2) en de omkeerrol (3) vastgeklemd zit.
Indien dit niet het geval is:
•
De trekker starten.
•
Het menu 15-1 "Sensortest" in de terminal openen.
•
De toets
aandrukas (2) ligt en de folie tussen isolatie en van de aandrukas (2) en de omkeerrol (3)
vastgeklemd zit.
•
De toets
De ingestelde positie wordt opgeslagen. Het symbool
286
2
3
1
net zo lang indrukken tot de omkeerrol (3) tegen de isolatie van de
selecteren.
in de bovenste regel verschijnt.
COM00442_1