3.4.10
Gevarenzones
Bij ingeschakelde machine kan rondom de machine een gevarenzone ontstaan.
Om niet in de gevarenzone van de machine te geraken, moet minstens de veiligheidsafstand
worden aangehouden.
Wanneer de veiligheidsafstand niet in acht wordt genomen, kunnen personen ernstig gewond
raken of overlijden.
•
Schakel de aandrijvingen en de motor alleen in wanneer geen personen de
veiligheidsafstand hebben onderschreden.
•
Wanneer personen de veiligheidsafstand onderschrijden, schakel dan de aandrijvingen uit.
•
Bij het manoeuvreren en het werken op het veld de machine stoppen.
De veiligheidsafstand bedraagt:
Bij het manoeuvreren en het werken op
het veld
Voor de machine
Achter de machine
Aan de zijkant van de machine
Bij ingeschakelde machine zonder rijbeweging
Voor de machine
Achter de machine
Aan de zijkant van de machine
De hier genoemde veiligheidsafstanden zijn minimum afstanden in het kader van de
reglementaire toepassing. Deze veiligheidsafstanden moeten afhankelijk van de toepassings-
en omgevingsvoorwaarden worden verhoogd.
•
Voorafgaand aan alle werkzaamheden voor en achter de trekker en in de gevarenzone van
de machine: De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid, "Machine
stopzetten en beveiligen". Dit geldt ook voor kortdurende controlewerkzaamheden.
•
Houd rekening met de gegevens in alle desbetreffende handleidingen:
–
de handleiding van de trekker
–
de handleiding van de machine
–
de handleiding van de tussenas
Gevarenzone tussenas
Personen kunnen door de tussenas worden gegrepen, naar binnen worden getrokken en
ernstig gewond raken.
•
Neem de handleiding van de tussenas in acht.
•
Houd voldoende overlapping van profielbuis en tussenasbescherming aan.
•
Laat de tussenassluitingen vastklikken.
•
Voorkom meelopen van de tussenasbescherming door het vastmaken van de kettingen.
•
Controleren of er niemand in de gevarenzone van de aftakas en de tussenas aanwezig is.
•
Ervoor zorgen dat de tussenasbescherming is aangebracht en dat deze functioneert.
•
Indien te grote hoeken tussen tussenas en aftakas optreden, de aftakas uitschakelen. De
machine kan worden beschadigd. Onderdelen kunnen worden weggeslingerd en personen
letsel toebrengen.
3 m
5 m
3 m
3 m
5 m
3 m
Veiligheid
21