Ingebruikneming
8.14.5
Steunwiel instellen
Met het steunwiel kunnen ronde balen ook tijdens langzaam rijden worden neergelegd.
Afb. 66
Het steunwiel (1) kan in twee standen worden ingesteld.
Stand (I): Hoog ingesteld steunwiel (1) voor natte bodem zonder draagvermogen
Stand (II): Laag ingesteld steunwiel (1) voor bodem met voldoende draagvermogen
•
De 2 schroeven (2) aan beide zijden van het steunwiel (1) demonteren.
•
Het steunwiel (1) van stand (II) in stand (I) of omgekeerd schuiven en met de schroeven (2)
monteren.
De stand (I) moet bij natheid en zodoende bodem zonder draagvermogen worden
geselecteerd. Zo zakt het steunwiel niet in de bodem omdat de houder van het steunwiel nog
extra op de bodem steunt.
106
1
I
2
II
COM00504_1