Instellingen
Stand I
De trapeziumvormige rubbers (4) aan de onderzijde van de tegenhoudkam zijn met de korte
zijde in de rijrichting naar achteren voorgemonteerd. In de afbeelding is de onderkant van de
tegenhoudkam weergegeven.
Stand II
Wanneer de blauwe stroken (1) van de eerste nettoevoerwals vertraagd of niet worden
meegenomen, kunnen de trapeziumvormige rubbers (4) worden omgedraaid. Daardoor wordt
een extra ondersteuning bereikt.
De volgende instelling aan alle 6 trapeziumvormige rubbers (4) uitvoeren:
•
De schroefverbindingen (3) en de plaatstrook (2) demonteren.
•
De trapeziumvormige rubbers (4) 180° draaien zodat het kortere uiteinde in rijrichting wijst
(stand II).
•
Let er daarbij op dat de bruine weefselzijde omlaag wijst.
•
De plaatstrook (2) met de schroefverbindingen (3) monteren.
•
Let er daarbij op dat de boring (5) op de plaatstrook (2) tegen de rijrichting wijst.
284