15.9
Positie van de nettoevoerarm controleren
Bij uitvoering net- en foliebinding
Voor meer informatie over de wijze waarop de nettoevoerarm in de toevoer- of eindpositie wordt
gezet, zie hoofdstuk Terminal, "Sensor B61 Binding 1 (passief) instellen".
Toevoerpositie controleren en instellen
Afb. 207
Voor een optimale folieaanneming de toevoerpositie controleren en indien nodig instellen:
•
Het menu 10 "Handbediening" in de terminal openen.
•
De nettoevoerarm (1) handmatig met de terminal in de opgeslagen toevoerpositie naar de
ronde baal toe bewegen.
•
De trekker uitschakelen en de contactsleutel uit het contactslot trekken.
•
Controleren of er tussen nettoevoerarm (1) en aanslag (2) een afstand van X = 5 mm is.
Indien dit niet het geval is:
•
De trekker starten.
•
Het menu 15-1 "Sensortest" in de terminal openen.
•
De toets
aanslag (2) beweegt, dat de afstand X = 5 mm bedraagt.
•
De toets
De ingestelde positie wordt opgeslagen. Het symbool
net zo lang indrukken tot de nettoevoerarm (1) zo dicht naar de
selecteren.
Instellingen
2
X
in de bovenste regel verschijnt.
1
COM00426_1
285