1. Veiligheid
Veiligheid bij installatie en onderhoud
Deze veiligheidsinstructies gelden voor iedereen die werkt aan de frequentie-
omvormer, de motorkabel of de motor.
Elektrische veiligheid
WAARSCHUWING! Het negeren van de volgende instructies kan verwonding
of dodelijk letsel veroorzaken, of beschadiging van de apparatuur.
De installatie en het onderhoud van de omvormer mag uitsluitend worden
uitgevoerd door gekwalificeerde elektriciens!
• Voer nooit werkzaamheden uit aan de omvormer, de motorkabel of de motor als
ze onder spanning staan. Na het uitschakelen van de voedingsspanning moet u
altijd 5 minuten wachten om de tussenkring-condensatoren voldoende te laten
ontladen voordat u werkzaamheden aan de omvormer, de motorkabel of de motor
mag uitvoeren.
Zorg door meting met een multimeter (impedantie ten minste 1 Mohm) dat er
geen spanning is tussen de ingangsfasen U1, V1 en W1 van de omvormer en de
aarde.
• Voer geen werkzaamheden uit aan besturingskabels als de omvormer of externe
besturingsnetwerken onder spanning staan. Besturingsnetwerken met een
externe voeding kunnen een gevaarlijke spanning in de omvormer veroorzaken,
zelfs als de voedingsspanning naar de omvormer is uitgeschakeld.
• Voer geen isolatietesten of spanningstesten uit op de omvormer.
• Ontkoppel het interne EMC-filter bij installatie van de omvormer in een IT
systeem (een niet-geaard vermogenssysteem of een hoogohmig geaard
vermogenssysteem [meer dan30 ohm]), anders zal het systeem met de
aardpotentiaal verbonden zijn via de condensatoren van het EMC-filter. Dit kan
gevaar opleveren of de omvormer beschadigen. Zie pagina 15. Opmerking:
Wanneer het interne EMC-filter ontkoppeld is, voldoet de omvormer niet aan de
EMC-eisen.
• Ontkoppel het interne EMC-filter bij installatie van de omvormer in een
hoekgeaard TN -systeem, anders zal de omvormer beschadigd raken. Zie pagina
15. Opmerking: Wanneer het interne EMC-filter ontkoppeld is, voldoet de
omvormer niet aan de EMC-eisen.
• Alle ELV (extra lage spanning) circuits die op de omvormer aangesloten zijn
moeten gebruikt worden binnen een zone met potentiaalvereffening, d.w.z.
binnen een zone waarin alle tegelijkertijd toegankelijke geleidende delen
elektrisch verbonden zijn om te voorkomen dat er gevaarlijke spanningen tussen
deze delen optreden. Dit wordt bereikt door een goede aarding door de fabriek.
Veiligheid 5