72
Instrumenten en bedieningsorganen
Versnellingsbakdisplay
De modus of ingeschakelde versnel‐
ling van de geautomatiseerde ver‐
snellingsbak verschijnt op het trans‐
missiedisplay.
R
= Achteruitversnelling
N
= Neutrale stand
A
= Automatische modus
kg = Beladingsmodus
V = Winterprogramma
T = Rempedaal bedienen
W = Versnellingsbakelektronica
Geautomatiseerde versnellingsbak
3 110.
Controlelampen
De beschreven controlelampen zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze be‐
schrijving geldt voor alle instrument‐
uitvoeringen. Bij het inschakelen van
het contact lichten de meeste contro‐
lelampen korte tijd op bij wijze van
functietest.
Betekenis kleuren controlelampen:
Rood
= gevaar, belangrijke her‐
bereik
innering
Geel
= waarschuwing, aanwij‐
zing, storing
Groen
= inschakelbevestiging
Blauw
= inschakelbevestiging
bereik