148
Verzorging van de auto
U hebt toegang tot het geheel door de
stoel geheel naar voren te schuiven
en de rugleuning neer te klappen.
Bandenreparatieset 3 151.
Reservewiel 3 156.
Velgen en banden
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden
over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben.
Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een
werkplaats inroepen.
Banden
Af fabriek gemonteerde banden zijn
op het chassis afgestemd en bieden
een optimum aan rijcomfort en veilig‐
heid.
Winterbanden
Winterbanden verhogen bij tempera‐
turen onder 7°C de rijveiligheid en
dienen daarom om alle wielen gelegd
te worden.
Afhankelijk van de voorschriften die in
uw land gelden dient er een sticker in
het zicht van de bestuurder te worden
aangebracht met daarop de toelaat‐
bare maximumsnelheid bij gebruik
van winterbanden.
Aanduidingen op banden
Bijv. 215/65 R 16 C 109 R
215 = Bandbreedte in mm
65
= Hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. band‐
breedte) in %
R
= Type koordlagen: Radiaal
RF = Type: RunFlat
16
= Velgdiameter in inches
C
= Cargo (bedrijfswagen)
88
= Kengetal voor draagvermo‐
gen, 109 komt bijv. overeen
met ongeveer 1030 kg
R
= Kenletter voor snelheid
Kenletter voor snelheid:
Q = tot 160 km/u
S = tot 180 km/u
T = tot 190 km/u
H = tot 210 km/u