Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Monitoromschakeling; Solo-Functie; Ingangskanalen En Fx-Returns Solo Afluisteren; Functies Altijd Achter De Fader (Master-Bus 1 Tot 16, Aux 1 Tot 4 En Fx 1 Tot 4) - Behringer DDX3216 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Mono R
Het rechter kanaal van de gekozen signaalbron wordt evenredig
over beide kanalen van de Control Room-uitgang verdeeld.
Mono L + R
Het linker en het rechter kanaal van de gekozen signaalbron
worden gemixt en het hieruit voortgekomen signaal met 3 dB
verlaagd, om de nu hogere luidheid te compenseren c.q.
oversturing te vermijden. Ten slotte wordt het signaal evenredig
over beide kanalen van de Control Room-uitgang verdeeld.

6.1.2 Monitoromschakeling

Afgezien van de stereosom of solosignalen kunnen ook alle
andere ingangen, Aux-, FX- of bus-uitgangen van het
mengpaneel op de Control Room-uitgang worden geschakeld.
Het af te luisteren signaal wordt in het midden van het MONITOR-
menu geselecteerd.
Master Controller 2 (MONITOR) schakelt de Control Room-
uitgang tussen MAIN MIX en SELECT om. Master Controller 4
(SOURCE) selecteert in de positie SELECT de af te luisteren
signaalbron. De ingangen zowel als de Aux-, FX- en bus-uitgangen
worden in paren voorgesteld. U gebruikt de Master Controller 1
(MODE) in de stand MONO L en MONO R, om één enkele Aux-,
FX- of bus-uitgang aan de Control Room-uitgang toe te wijzen.
Zo bestaat de mogelijkheid, in de stand MONO L de Aux-, FX- of
bus-signalen met een oneven nummer, en in de stand MONO R
de Aux-, FX- of bus-signalen met een even nummer af te luisteren.
+
De LED van de MONITOR-toets in het besturingsveld
knippert zodra de Control Room-uitgang een andere
signaalbron dan de stereosom krijgt.

6.2 Solo-functie

Net als elk professioneel mengpaneel heeft ook het DDX3216
een slimme Solo-functie, waarmee u alle ingangskanalen, Aux-,
FX- en bus-uitgangen via de afluisteroptie of de koptelefoon
onafhankelijk van de overige uitgangen kunt afluisteren.
De solo-functie schakelt u via de SOLO ENABLE-toets in de
MAIN-kanaalbediening in. In actieve toestand wordt het
geselecteerde monitorsignaal bij de Control Room- of koptelefoon-
uitgang door evt. geactiveerde Solo-signalen (SOLO-toets in één
of meerdere kanaalbedieningen ingedrukt) vervangen. Wanneer
SOLO ENABLE niet actief is, zijn ook de SOLO-toetsen in de kanalen
"geblokkeerd" en hebben geen effect op de monitor-uitgang.
Zodra één of meerdere kanalen solo afgeluisterd kunnen
worden, begint de SOLO ENABLE-toets te knipperen. Wanneer
deze nu wordt ingedrukt, worden alle solo-schakelingen gewist.

6.2.1 Ingangskanalen en FX-Returns solo afluisteren

De ingangskanalen kunnen zowel Pre (PFL) als ook After Fader
(AFL) solo worden geschakeld. Bij PFL wordt het signaal voor,
bij AFL na de panoramaregelaar/fader afgenomen. De selectie
PFL of AFL geschiedt voor alle kanalen tegelijk in het MONITOR-
menu. Bij de uitgangskanalen liggen de Solo-functies altijd achter
de fader (Master-bus 1 tot 16, Aux 1 tot 4 en FX 1 tot 4).
Een willekeurig aantal ingangskanalen en effect-returns kan
tegelijk solo worden geschakeld. Het is echter niet mogelijk
ingangen samen met Aux- en FX-routes of BUS OUT's (Master-
bussen) solo af te luisteren.
Wanneer de ingangskanalen solo en de fader-bank op BUS OUT 1-
16 worden geschakeld, worden alle actieve solo's gedeactiveerd.

6.2.2 Aux-, FX- en Master-bussen solo afluisteren

Bij de Aux- en FX-routes c.q. de BUS OUT's werkt de solo-
schakeling net iets anders dan bij de ingangskanalen. Hier wordt
het signaal altijd Post Fader afgenomen en is het niet mogelijk,
meer dan twee kanalen tegelijk af te luisteren. Wanneer slechts
één BUS OUT op solo wordt gezet, dan wordt deze evenredig
over het linker en rechter kanaal van de Control Room-uitgang
6. MONITORSECTIE EN NIVEAU-INDICATIES
verdeeld. Wanneer er twee kanalen solo worden afgeluisterd,
dan wordt het eerste kanaal naar het linker en het tweede naar
het rechter kanaal gestuurd. Komt er dan een derde BUS OUT bij,
dan worden de kanalen als volgt toegewezen:
Het als eerste actieve kanaal wordt gedeactiveerd, het als
tweede actieve kanaal neemt de functie van het als eerste actieve
kanaal over en wordt naar het linker kanaal van de Control Room-
uitgang gestuurd. De derde BUS OUT wordt aan het rechter
kanaal toegewezen.
+
Bij de Aux-, FX- en BUS OUT's wordt het Solo-signaal
onafhankelijk van de instelling in het MONITOR-menu
altijd Post Fader afgenomen.
Het combineren van solo-schakelingen in de ingangskanalen
of FX-Returns met Solo-schakelingen in de Aux- of FX-Master-
bussen is niet mogelijk. Wanneer u de Solo-functie voor een
ingang of FX-Return activeert, terwijl een Aux- of FX-Master-
bus ook op Solo staat, dan worden de solo-instellingen in de
Master-bus gedeactiveerd. Er blijft dan alleen nog de solo
afgeluisterde ingang c.q. FX-Return over.

6.3 Niveau-indicaties

Met zijn 16 niveau-indicatiebalken in de kanaalbedieningen en
de stereo-indicatie in de stereosom biedt uw DDX3216 u
uitgebreide mogelijkheden om het signaalniveau weer te laten
geven. De 16-segments-indicatiebalken geven de niveau's bij de
in- en uitgangen van het mengpaneel met grote precisie weer.
Afb. 6.2: METERS-menu
Onder MAIN METER heeft u de mogelijkheid, hetzij het in het
MONITOR-menu ingestelde audiosignaal (MONITOR) hetzij de
Main Mix (STEREO OUTPUT) voor de weergave van het
stereoniveau te selecteren.
De niveau-indicatiebalken hebben ook een variabele
Peak Hold Time-functie om piekniveau's weer te kunnen geven
(OFF tot 29 s c.q. oneindig), die met Master Controller 5 in het
METERS-menu kan worden ingesteld. Signaalpieken worden
daarbij niet alleen voor de op dat moment weergegeven signalen
opgeslagen, maar ook voor die signalen, die in andere Fader-
Bank-menu's worden bewerkt. Het piekwaardegeheugen wordt
met Master Controller 6 weer op nul gezet.

6.3.1 Niveau-indicatiebalken van de kanaalbedieningen

De 16 niveau-indicatiebalken in de kanaalbedieningen (CHANNEL
METERS) richten zich in de mode FOLLOW FADERS naar de
gekozen configuratie in de Fader-Bank, d.w.z. het niveau van de
bijbehorende fader wordt weergegeven. De niveau's kunnen dan
snel, eenvoudig en precies worden ingesteld. Met de Master
Controllers 1 en 2 kunnen echter ook andere instellingen worden
doorgevoerd. Zo kan men de niveau-indicatoren aan een vaste
Fader-Bank toewijzen (INPUTS 1-16, INPUTS 17-32, BUS OUTPUTS
en AUX/EFFECTS), zodat altijd alleen de niveau's van een bepaalde
Fader-Bank worden weergegeven.
Over het algemeen dienen zowel de in- als ook de
uitgangsniveau's zo te zijn ingesteld, dat bij harde signaalpieken
alle LED's oplichten, behalve de bovenste rode LED. Deze wijst op
een volledig uitgestuurd digitaal signaal en waarschuwt voor
beginnende digitale oversturing (‚clipping'). Anders dan bij de
analoge techniek, hebben we bij digitale oversturing met zogenaamd
"Hard Clipping" te maken, hetgeen rechthoekige golfvormpieken
tot resultaat heeft en tot extreme vervorming leidt.
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave