Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Effectprocessoren; Fx-Menu; Selectie Van Een Effectalgoritme - Behringer DDX3216 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

zodoende niet alleen alle Aux- en FX-Master-Sends tegelijk met
de faders besturen, maar bovendien de niveau-indicaties naast
de faders gebruiken om het totale niveau te laten zien.
Kanaalbedieningen 1 tot 4 hebben de functie van Aux-Masters 1
tot 4, de faders 5 tot 8 van FX-Masters 1 tot 4 en de faders 9 tot
16 die van Stereo-FX-Returns 1 tot 4.
Afb. 4.4: AUX/FX Faders-menu
Met behulp van de functies PAIR of GROUP worden de Master-
Aux-Sends in het AUX/FX Faders-menu tot paren of groepen
gecombineerd. Deze werken dan als Stereo-Sends (vgl.
paragraaf 7.2.3 "Master-Aux-Sends tot paren samenvoegen").
De Master-FX-Sends kunnen echter niet tot groepen of paren
worden samengevoegd.
24

5. EFFECTPROCESSOREN

Een bijzonder kenmerk van uw DDX3216 zijn de vier
geïntegreerde multi-effectprocessoren, die van speciaal voor
het DDX3216-paneel ontwikkelde effectalgoritmen zijn voorzien.
Deze vier multi-effectprocessoren hebben u 26 verschillende
groepen met eerste klas effecten te bieden. Daar horen zowel
standaardeffecten, zoals bijv. Reverb, Chorus of Delay bij, als
ook onconventionele effecten, zoals bijv. Ring Modulator,
verschillende filters of LoFi-effecten. Alle parameter-
veranderingen die u aan de vier effectprocessoren doorvoert
kunnen natuurlijk via de dynamische automaat worden opgenomen
en weer afgespeeld.
Nr.
Effectproc. 1 en 2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Tab. 5.1: Effectalgoritmen en effectprocessortoekenning
De eerste twee multi-effectprocessoren FX 1 en FX 2 geven u
de mogelijkheid, uit alle aanwezige effectalgoritmen te selecteren.
Met de processoren FX 3 en FX 4 kunt u alleen uit de
effectalgoritmen 15 tot 26 kiezen.
Om u een gemakkelijke instap in het gebruik van de vele
verschillende effectalgoritmen te bieden, bevat het DX3216-
paneel 50 door professionele geluidstechnici gemaakte presets
met sprekende namen.
Via de Channel Controllers FX 1 tot en met 4 in het
besturingsveld roept u de verschillende pagina's van de FX-
menu's op. Om één van de vier multi-effectprocessoren te kunnen
bewerken moet u eerst op de LIB-pagina een algoritme voor de
betreffende effectprocessor uitkiezen.

5.1.1 Selectie van een effectalgoritme

Op de LIB-pagina in het FX-menu selecteert u voor elke van de
vier multi-effectprocessoren één effectalgoritme.
Met Master Controller 6 bepaalt u een effectprocessor (FX 1
tot 4) waarvoor u een effectalgoritme c.q. preset wilt kiezen.
Daarna kunt u via de Master Controllers 3 en 4 de verschillende
algoritmen c.q. presets aan de effectprocessor toewijzen. Preset
1 (BYPASS) deactiveert de gekozen effectprocessor, en aan
de presets 2 tot en met 27 zijn die effectalgoritmen toegewezen,
die niet overschreven kunnen worden. Om het onder SELECT
PRESET uitgekozen algoritme c.q. de preset te bevestigen, drukt
u op Master Controller 2 (RECALL).
5. EFFECTPROCESSOREN
Nr.
Effectproc. 1 tot 4
Cathedral
15
Plate
16
Small Hall
17
Room
18
Concert
19
Stage
20
Spring Reverb
21
Gated Reverb
22
Stereo Delay
23
Echo
24
Stereo Chorus
25
Stereo Flanger
26
Stereo Phaser
Pitch Shifter

5.1 FX-menu

Afb. 5.1: LIB-pagina in het FX-menu
Delay
Flanger
Chorus
Phaser
Tremolo
Autopan
Enhancer
Graphic EQ
LFO Filter
Auto Filter
LoFi
Ring Modulator

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave