Inhoudsopgave
Advertenties
De Channel Controller in de MAIN-kanaalbediening heeft
uitsluitend de functie van Balance-regelaar voor de stereosom,
behalve wanneer u MAIN CONTROL AS AUX/FX MASTER op de
PREFS-pagina in het SETUP-menu activeert.
2.7.3 Proc(ess)-bank
Afb. 2.20: Proc(ess)-bank
Alle ingangskanalen en ook de Main Mix-uitgangen zijn voorzien
van uitgebreide dynamische- en equalizer-functies. De ingangen
1 tot 16 beschikken verder nog over Delay-functies.
De signaalbewerking in het geselecteerde kanaal wordt met
behulp van display-regelaars ingesteld. De CHANNEL PRO-
CESSING-toetsen (kort: PROC) roepen de menupagina's voor de
instelling van de overeenkomstige functies in het geselecteerde
kanaal op: EQ, Gate, Compressor, Phase/Delay en routering.
Een behoorlijk aantal opties van de CHANNEL PROCESSING-
menu's omvatten meerdere bladzijden. Met de toetsen PREVIOUS
en NEXT rechts van het display kunt u tussen de beschikbare
menupagina's wisselen (hetgeen echter ook door het vaker
indrukken van een CHANNEL PROCESSING-toets mogelijk is).
De kanaalbewerkingsfuncties worden in hoofdstuk 3 "DIGITALE
KANAALBEWERKING" in detail beschreven.
2.7.4 General-Bank
Afb. 2.21: General-Bank
Met deze toetsen heeft u toegang tot menupagina's over de
instelling van diverse mengpaneelinstellingen c.q. over de
activering van bepaalde functies. Soms vormen meerdere
pagina's een groep. In dit geval kunt u pagina's met de toetsen
PREVIOUS en NEXT of door het meermaals indrukken van een
GENERAL-toets oproepen.
METERS
Roept de menupagina voor de instelling van de niveau-indicaties
op. Deze worden in hoofdstuk 6 "MONITORSECTIE EN NIVEAU-
INDICATIES" uitvoerig beschreven.
MONITOR
Roept de menupagina met de instellingen voor het "afluisteren"
via de Control Room-monitoruitgang op. Deze toets knippert in
het geval dat het aan de Control Room-uitgang toegewezen
signaal niet de stereosom is. De monitorfuncties worden in
hoofdstuk 6 "MONITORSECTIE EN NIVEAU-INDICATIES" nader
beschreven.
COPY
Opent de COPY-dialoogvensters, waarin de instellingen tussen
verschillende kanalen onderling kunnen worden gekopiëerd. De
COPY-parameters worden in hoofdstuk 7 "GROEPEN, PAREN
EN KOPIËERFUNCTIES" in detail beschreven.
PAIR
Opent het PAIR-dialoogvenster, waarin bij elkaar liggende
kanalen tot stereoparen kunnen worden verbonden. Het
paarsgewijs groeperen van kanalen wordt in hoofdstuk 7
"GROEPEN, PAREN EN KOPIËERFUNCTIES" gedetailleerd
beschreven.
18
2. BEDIENINGSELEMENTEN EN AANSLUITINGEN
GROUP
Opent het GROUP-dialoogvenster, waarin u Faders en Mutes
tot groepen kunt combineren. Het FADER-menu toont de huidige
Mute-en Fader-groepen. Fader- en Mute-groepen worden in
hoofdstuk 7 "GROEPEN, PAREN END KOPIËERFUNCTIES"
uitgebreid verklaard.
ISOLATE
Deactiveert c.q. "isoleert" tijdelijk alle groepen, behalve
paarsgewijs gecombineerde kanalen, die buiten schot blijven.
De LED van de ISOLATE-toets licht zolang op als alle groepen
gedeactiveerd zijn. Wordt de positie van de fader bij ingedrukte
ISOLATE-toets veranderd, dan wordt deze verandering van één
fader bij het uitzetten van de ISOLATE- toets naar de gehele
groep overgezet.
SETUP/OSC
Roept het SETUP-menu voor de instelling van de parameters
Wordclock, User Preferences en Oscillator op. Gedetailleerde
informatie over deze functies vindt u in hoofdstuk 12 "SETUP".
I/O
Start de menupagina's voor de in-/uitgang- en Multi Output-
routering, de S/PDIF-in-/uitgang en het "dithering" voor de digitale
uitgangen van de apart verkrijgbare I/O-module. Meer informatie
over deze menupagina's geeft hoofdstuk 8.2 "In- en uitgangs-
routering".
FILES
Roept de menupagina's voor het opslaan, laden en wissen
van bestanden en voor de besturingssoftware-update op. Details
hierover zijn in hoofdstuk 9 "BESTANDSBEHEER" te vinden.
MMC/MIDI
Roept de menupagina's voor de MIDI- en MMC-instellingen (MIDI
Machine Control) op. Nadere informatie over deze functies vindt
u in hoofdstuk 13 "MIDI-BESTURING".
2.7.5 Auto(mation)-Bank
Afb. 2.22: Auto(mation)-Bank
Samen met de AUTO/REC-toetsen in de kanaalbedieningen
worden de AUTOMATION-toetsen voor de besturing van de dyna-
mische mengpaneelautomaat gebruikt. Welke functies u met de
knoppen kunt bedienen, leest u in hoofdstuk 11 "DYNAMISCHE
AUTOMATISERING".
Advertenties
Inhoudsopgave
