Inhoudsopgave
Advertenties
drempelwaarde met 2 dB overstijgt, het overeenkomstige
uitgangssignaal met maar 1 dB stijgt, hetgeen met een begrenzing
van de dynamiekomvang boven de drempelwaarde van 50 %
overeenkomt. Bij een verhouding van 10:1 stijgt het signaal bij
een stijging aan de ingang van 10 dB met maar 1 dB aan de
uitgang, waarmee een reductie van de dynamiekomvang van
90 % wordt bereikt. In het DDX3216-paneel kunt u de
compressieverhouding tussen 1:1 (geen compressie) en 20:1
c.q. maximaal "oo :1" (zog. Hard-Limiting) instellen.
De Attack-tijd bepaald hoe snel de compressor reageert
wanneer een signaal de drempelwaarde overschrijdt. Een lage
waarde zorgt ervoor, dat de compressor het niveau bijna direct
vermindert, zodra het signaal boven de drempelwaarde ligt. Bij
langere aanspreek-tijden reageert de compressor overeen-
komstig langzamer. Bij lage waarden worden korte signaalpieken
sneller "gevangen", wat vooral voor limitertoepassingen
interessant is. Zeer korte Attack-tijden kunnen echter, vooral bij
lage frequenties, tot vervormingen leiden. Langere inlooptijden
laten signaaltransiënten passeren, verminderen echter het risico
op vervormingen en hebben geen nadelige invloed op de
karakteristieke aanspreekfase van bepaalde instrumenten. In het
DDX3216-paneel kan de Attack-tijd tussen 0 en 200 ms worden
ingesteld.
De Release-Time bepaalt hoe snel de compressor het
oorspronkelijke niveau weer kan herstellen, nadat het signaal
weer onder de drempelwaarde is gezakt. Bij snelle Release-
tijden gaat dit zeer snel, bij hogere waarden duurt het langer.
Korte uitlooptijden minimaliseren de duur van de niveau-
vermindering en zijn bijzonder geschikt voor Peak Limiter-
toepassingen. In de compressor-mode (Ratio van minder dan
10:1) kunnen hele korte Release-tijden een hoorbaar "pompen"
tot gevolg hebben, doordat de compressor het niveau
voortdurend en snel verandert. Dit effect wordt tegengegaan
door langere Release-tijden te gebruiken. Hoge waarden (3 tot 5
s) worden tenslotte vaak voor klassieke muziek gebruikt om de
dynamische verhoudingen tussen verschillende passages te
behouden. De Release-tijd bij het DDX3216-paneel kan binnen
een bereik van 20 ms tot 5 seconden worden ingesteld.
Met de GAIN-controller kunt u het totale niveau van het
bewerkte signaal instellen. Over het algemeen verhoogt men het
niveau om de niveauvermindering tijdens de compressie te
compenseren. De GAIN-controller werkt hier als het ware als
een fader. De GAIN-verandering ligt achter de dynamieksectie.
Er kan een waarde tussen 0 dB en +24 dB worden ingesteld.
Het Knee bepaalt de compressorkarakteristiek rond de
drempelwaarde. Bij het DDX3216-paneel kunt u deze Knee-
karakteristiek stapsgewijs instellen (een "Hard"-karakteristiek en
vijf zachtere instellingen). In de Hard Knee-instelling verloopt de
overgang van "geen niveauvermindering" naar de gekozen
compressieverhouding vrij abrupt. Met een zachtere karakteristiek
verloopt deze overgang soepeler. Op de COMP(RESSOR)-
menupagina kunt u dit aan de hand van de grafische
compressorcurve duidelijk zien: Bij Hard Knee ziet u een scherpe
knik bij de Threshold-punt. Wanneer daarentegen een van de vijf
zachtere karakteristieken ingesteld is, ziet u een vlakkere curve.
Het Key-signaal bepaalt de mate van niveauvermindering.
Normaalgesproken is dit ook tegelijk het bewerkte signaal, c.q.
de som van beide kanalen in de Stereo Link-mode. Bij bepaalde
toepassingen kan het zijn, dat het beter is een ander signaal
voor de sturing van de compressor te gebruiken. In "Ducking"-
toepassingen wordt het niveau van het muzieksignaal
bijvoorbeeld verlaagd zodra het signaal van een spraakmicrofoon
boven een bepaald niveau uitkomt. Een andere gebruikelijke
toepassing van de Key-ingang is, een met een equalizer bewerkte
versie van het signaal zo te gebruiken, dat de compressor op
bepaalde frequentiebereiken heel specifiek reageert, bijvoorbeeld,
om "s"-klanken te onderdrukken ("De-Esser"-functie). Bij het
DDX3216-paneel kunt u de Key-ingang op SELF/SUM zetten
(Stereo-Link-verbinding bij kanaalparen) of aan een willekeurig
kanaal uit dezelfde faderbank toewijzen. De compressor in de
Main-uitgang werkt standaard in de Stereo-Link-mode.
22
Op de DYNAMICS LIBRARY-menupagina vindt u een selectie
aan vooringestelde Presets voor de dynamische compressor
met sprekende namen. Natuurlijk kunt u ook uw eigen Presets
van een naam voorzien en opslaan.
Om een preset te laden, draait u aan één van de controllers
onder de Preset-lijst, totdat de gezochte preset geselecteerd is.
Ter afsluiting drukt u op de RECALL-controller.
Door het laden van een Dynamics Library-preset worden de
instellingen A en B in het GATE en COMP-display (Gate en
Compressor) overschreven.
In de grafiek rechts naast de Preset-lijst kunt u de
compressorkarakteristiek van elke Preset bekijken. U heeft
zodoende een beter overzicht over de ingestelde parameters.
Via de DELAY-toetsen in het besturingsveld kunt u een menu
voor de regeling van de kanaal-Delay en de Phase-functie
oproepen. Alle 32 ingangen zijn van een PHASE-functie voorzien,
de eerste 16 ingangen hebben bovendien nog een Delay-unit.
Activering van de PHASE-Master Controller 1 inverteert de
absolute signaalpolariteit (indicatie "-" = fasedraaing van 180°).
De DELAY-sectie (ingangen 1 tot en met 16) biedt een zuivere
tijdvertraging voor de temporaire synchronisatie van signalen.
Bovendien maakt deze functie Delay-effecten mogelijk.
De FEEDBACK-Master Controller 2 leidt het uitgangssignaal
van de Delay-unit terug naar de ingang, waardoor u "echo"-
effecten kunt maken. Hoe hoger de Feedback-waarde, hoe langer
de duur van het echo. Positieve waarden geven gelijkfasige,
negatieve waarden tegenfasige Feedback. De DELAY-controller
bepaalt de duur van de Delay (0 tot 276 ms), de indicatie wordt
in vier verschillende grootheden weergegeven, namelijk
milliseconden (MS), afstand in meters (M), Samples (SMP) en
Beats per Minute (BPM).
+
Bij het instellen van de Delay-tijd zijn klikgeluiden
te horen. Dit is volkomen normaal.
De MIX-Master Controller 3 stuurt de intensiteit van het
vertraagde signaal in verhouding tot het ingangssignaal. Bij 100 %
is alleen het vertraagde signaal, bij 0 % alleen het ingangssignaal
te horen.
Voor zuivere tijdvertragingen, waarbij het signaal niet bewerkt
wordt, maar alleen later ten gehore wordt gebracht, zet u MIX op
100 % en FEEDBACK op 0 %.
Eén enkele herhaling wordt met een FEEDBACK van 0 % en
een overeenkomende MIX-instelling van kleiner dan 100 %
gerealiseerd. Voor meervoudige Delay/Echo-effecten worden
zowel de FEEDBACK- als de MIX-parameter gebruikt.
3. DIGITALE KANAALBEWERKING
3.5.4 DYNAMICS LIBRARY-menupagina
Afb. 3.8: DYNAMICS LIBRARY-menupagina
3.6 DELAY-menu
Afb. 3.9: DELAY-menu
Advertenties
Inhoudsopgave
