Drogen is een traditionele wijze om
vruchten, sommige groentesoorten en
kruiden te conserveren.
Het fruit en de groente moeten vers en
rijp zijn en mogen geen lelijke plekken
hebben.
Bereid het te drogen product voor.
– Appels kunt u eventueel schillen. Ver-
wijder het klokhuis en snijd de appel
in ca. 0,5 cm dikke schijfjes.
– Pruimen kunt u eventueel ontpitten.
– Schil peren, verwijder de pitten en
snijd de peren in schijfjes.
– Pel bananen en snijd de bananen in
plakjes.
– Maak paddenstoelen schoon, halveer
ze en snijd de paddestoelen in schijf-
jes.
– Verwijder bij peterselie en dille de
dikke stengels.
Verdeel het product gelijkmatig over
de universele bakplaat.
U kunt ook de geperforeerde gourmet-
plaat gebruiken (indien aanwezig).
Kies de ovenfunctie "Hetelucht Plu-
sU" of "Boven-onderwarmte-
V".
Kies een temperatuur tussen 80–100
°C.
Schuif de universele bakplaat op ni-
veau 2 in de oven.
Bij "Hetelucht Plus" kunt u tegelijk
op de niveaus 1+3 drogen.
Product
Fruit
Groente
Kruiden
Ovenfunctie / Droogtijd
Hetelucht plus / Boven-Onder-
warmte
Verlaag de temperatuur als zich in de
ovenruimte waterdruppels vormen.
Verbrandingsgevaar!
Gebruik ovenhandschoenen als u het
gedroogde product uit de oven haalt.
Laat het gedroogde fruit (de ge-
droogde groente) afkoelen.
Gedroogd fruit moet helemaal droog
zijn, maar wel zacht en elastisch. Als u
een schijfje doormidden snijdt of
breekt, mag geen sap meer vrijkomen.
Bewaar het product in een afgesloten
pot of blik.
Drogen
[min]
120–480
180–480
50–60
73