Storing
9
Storing
9.1
Storing in de trajectsensor
1.
Kies Setup in het hoofdmenu.
2.
Gesimuleerde snelheid ingeven.
Tijdens het werk moet de
ingevoerde gesimuleerde
snelheid worden aangehouden.
Zodra de trajectsensor impulsen
registreert, schakelt de computer
om naar de werkelijke snelheid
van de trajectsensor!
64
Als er een storing in de trajectsensor (impulsen/100m) is die aan de
aandrijving is bevestigd, kan na het invoeren van een gesimuleerde
werksnelheid verder worden gewerkt.
Om een verkeerd zaairesultaat te voorkomen, moet de defecte
sensor worden vervangen.
Is er op korte termijn geen nieuwe sensor beschikbaar, dan kan het
werk worden voortgezet, indien als volgt te werk wordt gegaan:
Maak de signaalkabel van de defecte trajectsensor los van de
jobcomputer.
Afb. 83
Amatron+ BAG0062.5 09.12