Max Snelheid
Ingang
Richting
Relais, PID-regelmodus
5.3.6
ALLEEN BESCHIKBAAR WANNEER DE CONTROLLER VOORZIEN IS VAN PULS-UITGANGSHARDWARE
EN HVAC-MODUS UITGESCHAKELD IS
De PID-algoritme regelt een solid-state-relais met behulp van een standaard Proportionele-Integrerende-Differen-
tiërende-regellogica. De algoritme zorgt voor een feedbackregeling op basis van een foutwaarde die continu wordt
berekend als het verschil tussen een gemeten procesvariabele en een gewenst instelpunt. Regelinstellingen bepalen
de reactie voor de proportionele (de grootte van de fout), integrerende (de tijd dat de fout aanwezig is) en differen-
tiërende (de mate van verandering voor de fout) parameters. Met de juiste afstelling kan de PID-regelalgoritme de
proceswaarde dicht bij het instelpunt houden waarbij overshoot en undershoot worden geminimaliseerd.
Genormaliseerde fout
De foutwaarde ten opzichte van het instelpunt die door de controller is berekend, wordt genormaliseerd en weerge-
geven als een percentage van de volledige schaal. Hierdoor zijn de regelparameters die door de gebruiker zijn
ingevoerd niet afhankelijk van de schaal van de procesvariabele en de PID-reactie met soortgelijke instellingen zal
consistenter zijn, ook als verschillende typen sensoringangen worden gebruikt.
De schaal die gebruikt wordt om de fout te normaliseren, is afhankelijk van het geselecteerde sensortype. Standaard
wordt het volledige nominale bereik van de sensor gebruikt. Dit bereik kan door de gebruiker worden bewerkt wan-
neer een krappere regeling gewenst is.
PID-vergelijkingsformaten
De controller ondersteunt twee verschillende PID-vergelijkingsvormen zoals opgegeven in de instelling Versterk-
ingsvorm. Voor de twee vormen zijn verschillende eenheden nodig voor het invoeren van de PID-regelparameters.
Standaard
De standaardvorm is gebruikelijker in de branche omdat zijn op tijd gebaseerde instellingen voor de integrerende en
differentiërende coëfficiënten zinvoller zijn. Deze vorm wordt standaard geselecteerd.
Parameter
K
p
T
i
T
d
Output (%) = K
Parameter
e(t)
dt
de(t)
Parallel
Met de parallelle vorm kan de gebruiker alle parameters als versterkingen invoeren. In alle gevallen zorgen grotere
versterkingswaarden voor een snellere uitgangsrespons.
(Maximumsnelheid) Voer hier de maximale pulssnelheid in, die de doseerpomp kan
accepteren (bereik 10 – 360 pulsen/minuut).
Selecteer de sensor die door dit relais moet worden gebruikt.
Stel de de regelrichting in.
Beschrijving
Gain
Integratie Tijd
Differentiatie Tijd
f
1
e(t) +
e(t)dt + T
T
p
i
Beschrijving
Huidige fout
Tijdsverschil tussen metingen
Verschil tussen huidige fout en vorige fout
Eenheden
geen toestellen gevonden
seconden of seconden/herhaal
seconden
de(t)
dt
d
45
Eenheden
% van de volle schaal
Seconden
% van de volle schaal