86
De knieschakelaar (2) kan met 2 verschillende functies worden
ingesteld. De functies worden tijdens het naaien via de stand van
de tuimelschakelaar (1) (1 of 0) geselecteerd.
Informatie
De knieschakelaar werd op de fabriek ingesteld met de extra
naaivoetstand voor een permanente of kortdurende verstelling
( P. 60).
De knieschakelaar (2) kan ook worden voorzien van andere
functies.
Zo kunt u een functie instellen voor de knieschakelaar (2):
1.
Toets
indrukken.
2.
Tuimelschakelaar (1) in de gewenste stand (1 of 0) instellen.
Als de tuimelschakelaar (1) bijv. in de onderste stand staat,
wordt de nieuwe functie ingesteld op stand 0.
3.
Knieschakelaar (2) een aantal seconden ingedrukt houden.
knippert.
Op het display verschijnt de waarde (Parameter t 5120).
4.
De waarde via de toetsen + of - op de gewenste waarde van
de nieuwe functie instellen ( Parameterlijst 867).
5.
Met
bevestigen.
5.2
Bedieningspaneel V810
Hierbij rekening houden met de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
5.3
Bedieningspaneel V820
Hierbij rekening houden met de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Bedieningshandleiding 867 - 03.0 - 02/2017
Programmering