Bediening
Bedieningshandleiding 867 - 03.0 - 02/2017
4.17 Naaldstangen in- en uitschakelen
Bij machines met schakelbare naaldstangen kunnen de naaldstan-
den via de toetsen L en R afzonderlijk worden in- en uitgeschakeld.
Afb. 38: Naaldstangen in- en uitschakelen
(1) - Toets (linker naaldstang)
Zo kunt u een naaldstang uitschakelen:
1.
toets (1)/(2) voor de gewenste naaldstang indrukken.
Toets (1)/(2) licht op. De naaldstang werd uitgeschakeld.
Zo kunt u een naaldstang inschakelen:
1.
de oplichtende toets (1)/(2) indrukken.
Toets (1)/(2) dooft. De naaldstang werd ingeschakeld.
Informatie
U hebt niet de mogelijkheid om beide naaldstangen tegelijkertijd
uit te schakelen. Als een naaldstang werd uitgeschakeld en u de
toets voor de andere naaldstang indrukt, wordt de uitgeschakelde
naaldstang ingeschakeld, zodat beide naaldstangen in gebruik
zijn.
①
②
(2) - Toets (rechter naaldstang)
71