Inhoudsopgave
Advertenties
Oplossen van storingen
Bedieningshandleiding 867 - 03.0 - 02/2017
10.3 Fout tijdens het naaien
Fout
Mogelijke oorzaak
Draad uit
De bovendraadspanning
naald bij de
is te strak
start van het
naaien
Draadbreuk
Bovendraad en
onderdraad niet goed
ingeregen
Naald is verbogen of heeft
een scherpe kant
De naald is niet correct in
de naaldstang ingezet
Gebruikte draad is niet
geschikt
Draadspanning voor het
gebruikte draad is te strak
Draadvoerende delen
zoals draadstang, draad-
geleiding of draadgever-
schijf hebben een
scherpe kant
Steekplaat, grijper of sprei-
der werden beschadigd
door de naald
Oplossing
Bovendraadspanning
controleren P. 45
Gehele traject van het
inrijgen controleren
P. 27
Naald vervangen
P. 21
Naald correct in de naald-
stang inzetten P. 21
Aanbevolen draad
gebruiken P. 153
Draadspanning
controleren P. 44
Gehele traject van het
inrijgen controleren
P. 27
Onderdelen door gekwalifi-
ceerd en gespecialiseerd
personeel laten herstellen
151
Advertenties
Inhoudsopgave
