Opstelling
Bedieningshandleiding 867 - 03.0 - 02/2017
Afb. 72: Hall-sensor monteren en aansluiten
①
②
(1) - Magneet
(2) - Riemschijf
3.
De Hall-sensor in de voorboorgaten(3) monteren.
4.
De kabel van de Hall-sensor door de kabelopening (4) omlaag
trekken, naar de besturing.
5.
Controleren of aan de binnenkant van de riemschijf (2) al
een magneet is aangebracht. Als nog geen magneet is
aangebracht:
de bij de Hall-sensor meegeleverde magneet (1) aanbrengen.
6.
Steek de aansluitstekker van de Hall-sensor in bus B18 van
de betreffende besturing.
Extra stappen voor de Efka-besturing
7.
Parameters controleren en instellen:
• F-290 volgens Parameterblad 9800 331104 PBXX
• F-111 op 3000 omw/min. of lager instellen
• F-270 op 6 (keuze positiesensor)
• F-272 met de volgende formule berekenen:
Diameter riemschijf (tanden) van de motor
Diameter riemschijf (tanden) van de machine
Bij DAC-besturingen worden de parameters automatisch door de
overbrenging van de machine-ID ingesteld.
8.
Ventilatiekap plaatsen en vastschroeven.
9.
Instelling van de Hall-sensor controleren:
④
③
(3) - Voorboorgaten
(4) - Kabelopening
x 1000
125