· Voorzien van spoelopwikkelmechanisme. Gebruiksdoel De 367 is een naaimachinebovendeel, bedoeld voor het stikken van lichte tot middelzware materialen, d.w.z. materialen samengesteld uit textielvezels; verwerking van leer is echter ook mogelijk. Deze materialen worden toegepast bij de kledingconfectie alsmede voor de stoffering van meubels en auto’s.
Montageset naailampje, voor 9822 510001 0798 500088 Trafo naailampje 230 V, met netsnoer, zonder schakelaar, voor naailampjes 9822 510001 en 9822 510129 0797 003031 Pneumatische aansluitset 9400 367001 Serviceset 9880 002001 Knieschalelaar voor automatisch vor en terug (M. 367-170115; 367-180115)
Technische gegevens Geluid-emissiewaarden op werkplek conform DIN 45635-48-A-1-KL2 Model 367-170010; -180010 LC = 82 dB (A) 367-170115; -180115 367-170315; -180315 Steeklengte: 6,4 mm Persvoetlichting alternierend: 1,5 mm Aantal steken: 2.800 omw/min Werkstuk: G1 DIN 23328 4-lagig Model 367-170010; -180010 LC = 82 dB (A) 367-170115;...
Bedienen Bovengaren inrijgen Voorzichtig Gevaar op persoonlijk letsel! Hoofdschakelaar in stand ‘0’ zetten! Garen uitsluitend bij uitgeschakelde machine inrijgen. – Garenklos op garenhouder plaatsen en naald- en grijperdraad door de afwikkelarmen leiden. Afwikkelarm 1 dient zicht loodrecht boven de garenklossen te staan.
Pagina 9
Afb. A: Correcte draadlus in midden van het werkstuk Afb. B: Bovenspanning te laag onderspanning te hoog Afb. C: Bovenspanning te hoog onderspanning te laag...
Bovenspanning instellen Voorspanning Bij geopende hoofdspanning 4 en hulpspanning 5 (bijv. bij gelichte persvoeten) moet nog een geringe restspanning in de bovendraad aanwezig zijn. Deze restspanning wordt verzorgd door voorspanning 2. Voorspanning 2 beïnvloedt tevens de lengte van de draad die uitsteekt uit de naald na afhechten (= startdraad voor volgende naad).
Garenregeling instellen Voorzichtig Gevaar op persoonlijk letsel! Hoofdschakelaar in de stand ‘0’ zetten. Garenregeling uitsluitend bij uitgeschakelde naaimachine instellen. Via garenregeling 3 wordt de voor de steekvorming vereiste hoeveelheid draad geregeld. De garenregeling zorgvuldig afstellen voor een zo optimaal mogelijk stikresultaat.
Onderspoel opwikkelen – Draad door de geleider 3 en spanner 4 trekker. – Draad achter mes 5 inklemmen en afscheuren. – Spoel 1 op spoelas plaatsen. N.B.: Het eerste deel van de draad hoeft niet handmatig op de spoel te worden gewikkeld.
Onderspoel verwisselen Voorzichtig Gevaar op persoonlijk letsel! Hoofdschakelaar in de stand ‘0’ zetten. Onderspoel uitsluitend bij uitgeschakelde machine verwisselen. Lege spoel verwijderen – Naaldstang in de hoogste stand plaatsen. – Onderspoeldeksel 1 openen. – Bovenste gedeelte van onderspoelhuis 2 met spoel 6 uit de machine nemen.
Onderspanning instellen Voorzichtig Gevaar op persoonlijk letsel! Hoofdschakelaar in de stand ‘0’ zetten. Onderspanning uitsluitend bij uitgeschakelde machine instellen. Remveer Remveer 1 voorkomt bij het stoppen van de machine en bij het afsnijden van de onderspoeldraad dat de spoel nadraait; deze veer kan niet worden ingesteld! Spanveer instellen –...
Naald verwisselen Voorzichtig Gevaar op persoonlijk letsel! Hoofdschakelaar in de stand ‘0’ zetten. Naald uitsluitend bij uitgeschakelde naaimachine verwisselen. – Schroef 2 losdraaien. – Nieuwe naald tot tegen aanslag in de boring in naaldstang 1 schuiven. LET OP! Groef 3 in de naald moet naar de punt van de naald te wijzen. –...
Persvoet lichten Type -170010; -180010 De persvoet kan mechanisch door bediening van knieschakelaar 1 worden gelicht. Type -170115; -180115 De persvoet kan elektropneumatisch door bediening van pedaal 2 of knieschakelaar 1 worden gelicht. Mechanische persvoetlichting (knieschakelaar) – Om het werkstuk te kunnen verschuiven (bijv. om te corrigeren) knieschakelaar 1 naar rechts duwen.
6.10 Persvoeten in bovenste stand blokkeren De mechanisch of pneumatisch gelichte persvoeten kunnen met knop 1 in de bovenste stand worden geblokkeerd (bijv. voor het opwikkelen van een onderspoel). – Bij stilstaande machine de knieschakelaar naar rechts drukken resp. het pedaal half terug trappen. De persvoeten lichten.
6.12 Persvoetlichting instellen LET OP! Het type -170010; -180010 heeft geen automatische motortoerentalbegrenzing. Bij het stikken met hogere persvoetlichting te allen tijde het toerental reduceren (zie label bij persvoethendel). Een te hoog toerental is herkenbaar aan lawaai tijdens het stikken en kan leiden tot beschadiging van de machine.
6.13 Steeklengte instellen Type -170010; -180010 De gewenste steeklengte bij voorwaarts stikken kan via kartelmoer 1 in steekverstelhendel 2 worden ingesteld. De gewenste steeklengte bij achterwaarts stikken is in te stellen via kartelmoer 3 in m steekverstelhendel 2. Steeklengte tijdens het stikken wijzigen: Met behulp van de steekverstelhendel 2 kan de steeklengte tijdens het stikken worden gewijzigd tussen ingestelde steeklengte bij voorwaarts stikken en steeklengte bij achterwaarts stikken.
6.14 Toetsenpaneel op machinearm bij type -170115; -170315; -180115; -180315 * Toets Functie Naald in bovenste stand resp. onderste stand plaatsen. Met de parameter F-140 kan de functie van toets 2 worden gekozen. 1 = naald boven, 2 = naald boven / onder, 3 = enkele steek 4 = enkele steek met 2e steeklengte / korte steek 5 = naald boven, indien buiten positie 2 Af fabriek staat de machine ingesteld op 1 = naald boven...
Gelijkstroompositioneringsaandrijving Algemeen Bediening De gelijkstroompositioneringsaandrijving DC1600/DA82GA dient via een bedieningspaneel van het type V810 of V820 in bedrijf te worden gesteld en te worden bediend. Gebruikshandleiding In deze gebruikshandleiding worden alle functies van de toetsen alsmede de betekenis van de symbolen op de displays vermeld en wordt beschreven hoe een wijziging in de parameterwaarden op gebruikersniveau door het bedienend personeel zelf kan worden doorgevoerd.
7.2.2 Functies van de toetsen op bedieningspaneel V810 Door de toetsen op het bedieningspaneel kort in te drukken kunnen functies worden in- resp. uitgeschakeld. Functies kunnen alleen dan worden gekozen als de machine daadwerkelijk over de daartoe vereiste voorzieningen beschikt (bijv. magnetische of elektropneumatische persvoetlichting).
7.2.4 Parameterwaarden in het gebruikersmenu wijzigen. De parameters voor het gebruikersmenu staan vermeld in de parameterlijst (zie paragraaf 7.4) – Hoofdschakelaar in de stand ‘1’ zetten. – Toets “P” indrukken. De eerste parameter in het gebruikersmenu F-000 wordt weergegeven. – Met de toetsen “+”en “-”...
Bedieningspaneel V820 7.3.1 Bedieningselementen en indicaties op bedieningspaneel V820 7.3.2 Functies van de toetsen bij bedieningspaneel V820 Door de toetsen op het bedieningspaneel kort in te drukken kunnen functies worden in- resp. uitgeschakeld. Functies kunnen alleen dan worden gekozen als de machine daadwerkelijk over de daartoe vereiste voorzieningen beschikt (bijv.
Pagina 25
Toets Functie Info op display Functiestoets De werking van de toets kan worden omgeschakeld via parameter F-008 (zie SSt ON*/OFF < - > SSc xxx parameterlijst SrS ON*/OFF paragraaf 1.4) hPr ON*/OFF 1 = Softstart AAN/UIT 2 = sierstiknaad AAN/UIT 3 = slagverstellung nh ON*/OFF Werking van knieschakelaar of toets:...
7.3.3 Betekenis van de symbolen op het bedieningspaneel V820 Symbol Functie Info op display Letter C staat voor ‘codenummer’ Symbool aan, onder info op display wordt een codenummer weergegeven, zoals C 1907 Letter F staat voor ‘parameternummer’ Symbool aan, onder info op display wordt een parameternummer weergegeven, zoals F - 111 Programmanummer in ‘teach-in’-modus...
7.3.5 Max. toerental reduceren Om het max. toerental van de machine optimaal op de actuele toepassing aan te passen, kan dit worden gereduceerd. Na afronding van elke naad wordt de actuele waarde van het max. toerental weergegeven. Deze kan nu via de toetsen “+” en “-” direct worden gewijzigd.
Parameterlijst - Efka-regelunits De onderstaande presetwaardes gelden voor model: Parameter Benaming/ Functie Instelbereik Preset Afk. Benaming/ Functie 100R Aanhechtingssteken voorwaarts Aanhechtingssteken achterwaarts Afhechtingssteken achterwaarts Afhechtingssteken voorwaarts Aantal fotocelcompensatiesteken bij grote steeklengte Aantal steken bij fotocelfilter voor grofmazige werkstukken Aantal naden die via fotocel worden afgerond Aantal steken bij automatisch stiktraject Toekennen van functie aan toets 9 Softstart AAN/UIT...
Status- en foutmeldingen Algemene informatie V810 V820 Betekenis InF A1 InFo A1 Het pedaal staat bij het inschakelen van de naaimachinemotor niet in de nulstand StoP symbool “G” De machineblokkering is actief knipper “machine- blokkering” knippert InF A3 InFo A3 De referentiepositie is niet opgeslagen in het geheugen.
Efka koppelingspositioneringsaandrijving Algemeen Bediening De regeling van de naaimachinemotor VD552KV/6F82FA beschikt over een geïntegreerd bedieningspaneel met 5 toetsen, 8 LED’s en een LCD-paneel (3 posities). Via dit bedieningspaneel kunnen alle vereiste instellingen voor een correcte werking van de naaimachinemotor worden doorgevoerd. Het is echter ook mogelijk om de regeling aan te sluiten op een bedieningspaneel van het type V810 of V820.
Bediening van de regeling 6F82FA van de naaimachinemotor 8.2.1 Bedienelementen van de regeling 6F82FA van de naaimachinemotor 8.2.2 Functies van de toetsen bij regeling 6F82FA van de naaimachinemotor Door de toetsen op het bedieningspaneel kort in te drukken kunnen functies worden in- resp. uitgeschakeld. Functies kunnen alleen dan worden gekozen als de machine daadwerkelijk over de daartoe vereiste voorzieningen beschikt (bijv.
LET OP! De gewijzigde parameterwaarden worden pas opgeslagen wanneer na het verlaten van de programmeermodus een complete naad wordt gestikt, d.w.z. het pedaal naar voren en vervolgens volledig terug wordt getrapt. Wanneer de aandrijving direct na het verlaten van de programmeermodus wordt uitgeschakeld, gaan de wijzigingen verloren.
Type 367-170115; -170315; -180115; -180315 Bij de beschrijving van het stikproces is het volgende aangenomen: – Op het bedieningspaneel zijn de volgende functies ingesteld: Aanhechting: Afhechting: Persvoetpositie voor en na het snijden ONDER Naaldpositie voor het snijden: ONDER (positie 1) –...
Pagina 35
4 op het bedieningspaneel: a) aan: - persvoet gelicht. b) uit: - persvoet onder. Type 367-170315; 180315 - De 2e steeklengte toets 4*) en de - 2e extra spanning toets 5*) kunnen op elk gewenst moment aan of uit worden gezet.
Onderhoud 10.1 Reiniging en controle Voorzichtig Gevaar op persoonlijk letsel! Hoofdschakelaar in de stand ‘0’ zetten. Alvorens onderhoudswerkzaamheden aan de machine te verrichten, de machine spanningsvrij maken. De onderhoudswerkzaamheden dienen periodiek doch uiterlijk bij het verstrijken van de in de tabel vermelde onderhoudsintervallen worden verricht (zie de kolom ‘bedrijfsuren’).
Pagina 37
Te verrichten Omschrijving Bedrijfs- onderhoudswerkzaamheden uren Naaimachinemotor Motorventilatierooster 7 reinigen (bijv. met persluchtpistool) Luchttoevoergleuven vrij van naaistof en draadresten maken. - Conditie en spanning van de V-snaar 6 controleren De V-snaar moet ca. 10 mm doorbuigen als deze in het midden met een vinger wordt ingedrukt. Pneumatisch systeem Het waterpeil mag niet ter hoogte van het - Waterpeil in drukregelaar...
10.2 Oliesmering Voorzichtig Gevaar op persoonlijk letsel! Olie kan huidirritatie veroorzaken. Vermijd langdurig huidcontact. Grondig wassen na contact. LET OP! Het werken met en de afvoer van minerale olie is onderhavig aan wettelijke regelingen. Breng afgewerkte olie naar een erkend verzamelpunt. Spaar het milieu.