Bediening
Bedieningshandleiding 867 - 03.0 - 02/2017
17. De bovendraad zo door het oog van de naald steken, dat het
losse draadeinde in de richting van de grijper wijst.
Bij machines met korte draadafsnijder
18. De bovendraad zo ver door het oog van de naald steken dat
wanneer de draadgever (15) in de hoogste stand staat, de
lengte van het losse draadeinde ca. 4 cm is.
Belangrijk
Controleer de draadlengte.
Als het losse draadeinde te lang is, kan de bovendraad door de
onderdraad worden opgepakt en een storing veroorzaken. Als het
losse draadeinde te kort is, kan het aannaaien niet plaatsvinden.
31