58
4.13.2 Naaivoetstand instellen
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Risico op beschadiging van de machine door het met geweld
draaien van het stelwieltje. De machine is zo gebouwd dat
met het rechter stelwieltje geen lagere naaivoetstand kan
worden ingesteld dan die werd ingesteld met het linker
stelwieltje.
Nooit met geweld proberen om met het rechter stelwieltje
een lagere naaivoetstand in te stellen dan die met het linker
stelwieltje werd ingesteld.
Afhankelijk van de uitvoering van de machine is deze voorzien
van 1 of 2 stelwieltjes voor de hoogte van de naaivoetstand.
De hoogte van de naaivoetstand kan door het draaien aan het
stelwieltje, traploos van 1 - 9 mm worden ingesteld.
Belangrijk
De verhoogde naaivoetstand mag NIET lager zijn dan de normale
naaivoetstand. Met het rechter stelwiel altijd een hogere stand
instellen dan met het linker stelwieltje werd ingesteld.
Bij machines met slechts 1 stelwieltje wordt via een toets op het
toetsenpaneel automatisch een hoogte van 9 mm als verhoogde
naaivoetstand ingesteld.
Bij CLASSIC-machines met 2 stelwieltjes is het linker stelwieltje (1)
bepalend voor de normale hoogte van de naaivoetstand en het
rechter stelwieltje (2) voor de verhoogde naaivoetstand.
De verhoogde naaivoetstand kan via een toets op het
toetsenpaneel en via de knieschakelaar worden ingeschakeld
( P. 60).
Bedieningshandleiding 867 - 03.0 - 02/2017
Bediening