Startmotor laat de motor niet aanslaan
MOGELIJKE OORZAKEN
•
Doorgeslagen 20A-zekering in het startcircuit. Zie het hoofdstuk Onderhoud.
•
De buitenboordmotor is niet in neutraal geschakeld.
•
Zwakke accu, of de accuverbindingen zitten los of zijn gecorrodeerd.
•
Defecte contactschakelaar.
•
Bedrading of elektrische verbinding defect.
•
Defect startrelais- of slave-solenoïde.
Motor start niet
MOGELIJKE OORZAKEN
•
Dodemansschakelaar niet op stand RUN (LOPEN).
•
Accu niet volledig geladen.
•
Onjuiste startprocedure. Zie het hoofdstuk Bediening .
•
Oude of verontreinigde brandstof.
•
Er komt geen brandstof in de motor.
•
Brandstoftank is leeg.
•
Ontluchtingsopening van brandstoftank dicht of verstopt.
•
Brandstofslang is losgekoppeld of geknikt.
•
Pompbal niet ingeknepen.
•
Keerklep van pompbal is defect.
•
Brandstoffilter verstopt. Zie het hoofdstuk Onderhoud .
•
Brandstofpomp defect.
•
Brandstoftankfilter verstopt.
•
Doorgeslagen 20A-zekering. Controleer zekering, zie hoofdstuk Onderhoud .
•
Schroefdraadverbinding van luchtslang is los.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
•
Bougies vuil of defect. Zie het hoofdstuk Onderhoud .
Motor slaat over of draait onregelmatig
MOGELIJKE OORZAKEN
•
Bougies vuil of defect. Zie het hoofdstuk Onderhoud .
•
Verkeerde instelling en afstellingen.
•
Er wordt niet genoeg brandstof aan de motor afgegeven.
a. Het brandstoffilter van de motor is verstopt. Zie het hoofdstuk Onderhoud .
b. Brandstoftankfilter verstopt.
c. Vastzittende anti-sifonklep op ingebouwde brandstoftank.
d. Brandstofleiding is geknikt of afgekneld.
e. De injector is verstopt.
•
Schroefdraadverbinding van luchtslang is los.
•
Brandstofpomp defect.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
nld
OPSPOREN VAN STORINGEN
71