Pas zoekerbeeldscherpte aan
De camera is uitgerust met een dioptrieregelaar om individuele
zichtverschillen met elkaar in overeenstemming te brengen.
Controleer voorafgaand aan de opname of de weergave in de zoeker
scherp is.
1
Zet de camera aan.
Verwijder de objectiefdop en zet de camera aan.
2
Til de dioptrieregelaar op (
s
3
Stel de zoeker scherp.
Draai aan de dioptrieregelaar (w) totdat de
zoekerweergave, scherpstelpunten en AF-
veldhaakjes scherp in beeld zijn. Let op dat
u bij het bedienen van de regelaar met uw
oog tegen de zoeker niet per ongeluk uw
vingers of uw vingernagels in uw oog
steekt.
38
q
).
AF-veldhaakjes
Scherpstelpunt