4
Stel scherp.
Plaats het onderwerp in het
midden van het beeld en druk de
ontspanknop half in om scherp te
stellen.
5
Vergrendel de flitssterkte.
Controleer eerst of de
flitsgereedaanduiding (M) in de zoeker
wordt weergegeven en druk vervolgens
op de knop geselecteerd in Stap 1. De
flitser geeft vooraf een monitorflits af om
de juiste flitssterkte te bepalen. De flitssterkte wordt bij deze
sterkte vergrendeld en de pictogrammen voor
flitswaardevergrendeling (P en e) verschijnen in het bovenste
bedieningspaneel en de zoeker.
6
Stel de foto opnieuw samen.
7
Maak de foto.
Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken. Indien
gewenst kunnen extra foto's worden gemaakt zonder de
flitswaardevergrendeling te ontspannen.
l
209