De camera kan gegevens van maximaal negen objectieven zonder
CPU opslaan. Om gegevens voor objectieven zonder CPU in te voeren
of te bewerken:
1
Selecteer Objectief
zonder CPU in het setup-
menu.
Druk op de G-knop om de
menu's weer te geven.
Markeer Objectief zonder
CPU in het setup-menu en
druk op 2.
2
Selecteer een
objectiefnummer.
Markeer Objectiefnummer en
druk op 4 of 2 om een objectief-
nummer tussen 1 en 9 te kiezen.
3
Voer de brandpuntsafstand
en het diafragma in.
Markeer Brandpuntsafstand
(mm) of Maximaal diafragma en
druk op 4 of 2 om het
gemarkeerde item te bewerken.
Brandpuntsafstand kan worden geselecteerd uit waarden tussen 6
en 4.000 mm, maximaal diafragma uit waarden tussen f/1.2 en f/22.
t
4
Sla de instellingen op en sluit af.
Druk op J. De gespecificeerde brandpunts-
afstand en het diafragma worden onder het
gekozen objectiefnummer opgeslagen.
236
G-knop
J-knop