b5: Matrixmeting
Kies U Gezichtsherkenning aan om gezichtsherkenning in te
schakelen bij het vastleggen van portretten met matrixmeting tijdens
zoekerfotografie (0 123).
b6: Centrumgericht meetveld
Bij het berekenen van de belichting wordt bij
centrumgerichte meting het grootste gewicht
toegekend aan een cirkel in het midden van het
beeld. De diameter (φ) van deze cirkel kan
worden ingesteld op 8, 12, 15 of 20 mm of op
het gemiddelde van het hele beeld.
Merk op dat de diameter altijd op 12 mm staat wanneer een objectief
zonder CPU wordt gebruikt, ongeacht de instelling geselecteerd voor
Objectief zonder CPU in het setup-menu (
b7: Fijnafst. voor opt. belichting
Gebruik deze optie om de door de camera
geselecteerde belichtingswaarde fijn af te
stellen. U kunt de belichting voor elke
meetmethode afzonderlijk verfijnen met een
waarde tussen +1 en –1 LW in stappen van
1
/
LW.
6
D
Fijnafstelling belichting
De belichting kan voor elke geheugenbank voor Persoonlijke instellingen
afzonderlijk fijn worden afgesteld en wordt niet beïnvloed door een reset
met twee knoppen. Als het pictogram voor belichtingscorrectie (E) niet
wordt weergegeven, kan de hoeveelheid aangepaste belichting alleen
worden bepaald door de hoeveelheid in het menu voor fijnafstelling te
bekijken. Belichtingscorrectie (0 138) heeft in de meeste situaties de
voorkeur.
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen
0
235).
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen
U
323