Continue ontspanstanden
In de stand continu lage snelheid maakt de camera foto's bij een
beeldsnelheid geselecteerd voor Persoonlijke instelling d2 (Snelheid
continu-opnamen, 0 326) > Continu lage snelheid. In de stand
continu hoge snelheid kan de maximale beeldsnelheid worden
gekozen uit 10 en 11 bps met behulp van Persoonlijke instelling d2
(Snelheid continu-opnamen, 0 326) > Continu hoge snelheid.
De voorgaande beeldsnelheden veronderstellen continue servo-AF,
handmatige belichting of belichting met sluitertijdvoorkeuze, een
1
sluitertijd van
/
sec. of korter en andere instellingen bij
250
standaardwaarden. De vermelde snelheden zijn mogelijk niet
beschikbaar voor sommige objectieven; bovendien kunnen
beeldsnelheden afnemen bij extreem kleine diafragma's (hoge
f-nummers) of lange sluitertijden wanneer vibratiereductie
(beschikbaar voor VR-objectieven) of automatische instelling ISO-
gevoeligheid (0 119) aan is, of wanneer de batterij bijna leeg is, een
objectief zonder CPU is bevestigd of Diafragmaring is geselecteerd
voor Persoonlijke instelling f10 (Functie instelschijven inst.) >
Instellen diafragma (0 345).
k
112