Plaatsen van kinderzitjes met
gordelbevestiging
Volg altijd de gedetailleerde aanwijzingen van de
fabrikant van het kinderzitje. Volg deze algemene
richtlijnen voor kinderzitjes met gordelbevestiging:
• Controleer of het kinderzitje geschikt is voor het
gewicht, de lengte en de leeftijd van het kind.
• Zorg dat het kind niet te dikke kleding draagt.
• Leg geen voorwerpen tussen het kind en het
kinderzitje.
• Verstel vóór aanvang van iedere rit de riemen van het
kinderzitje voor ieder kind.
1. Plaats het kinderzitje op de geschikte zitplaats en
trek de veiligheidsgordel volledig uit. Plaats en
bevestig het kinderzitje volgens de instructies van de
fabrikant van het kinderzitje.
2. Laat de gordel strak oprollen, zorg dat er geen
speling overblijft door het zitje bij het oprollen van de
gordel stevig in de stoel van de auto te drukken.
3. Bevestig de bovenste bevestigingsriem(en) volgens
de instructies van de fabrikant van het kinderzitje (zie
Bovenste riemen
bevestigen).
ISOFIX/i-Size kinderzitjes plaatsen
De buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij zijn
uitgerust met ISOFIX/i-Size verankeringspunten. Deze
verankeringspunten bevinden zich tussen de zitting en
de rugleuning. De exacte locatie van elk
verankeringspunt wordt aangegeven met een markering
(hieronder afgebeeld) op de rugleuning, direct boven
het betreffende verankeringspunt.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
Kinderzitjes
Om een ISOFIX/i-Size-kinderzitje te plaatsen, dient u
zorgvuldig de instructies van de fabrikant van het
kinderzitje te lezen en te volgen. In deze instructies
wordt beschreven hoe u het kinderzitje op de
verankeringspunten schuift totdat het zitje hoorbaar
vastklikt. Mogelijk moet u het kinderzitje stevig tegen de
rugleuning drukken om het goed te bevestigen.
45