OPMERKING: Afhankelijk van de marktregio, de
voertuigconfiguratie, de aangeschafte opties en de
softwareversie is uw auto mogelijk niet uitgerust met
Automatisch inparkeren.
Automatisch inparkeren maakt gebruik van gegevens
om parkeren op openbare wegen door de Model Y te
fileparkeren en haaks in te parkeren te vergemakkelijken.
LET OP!: Zorg ervoor dat alle camera's en
sensoren (indien aanwezig) schoon zijn. Vuile
camera's en sensoren en
omgevingsomstandigheden zoals regen en
vervaagde rijstrookmarkeringen kunnen de
prestaties van Autopilot nadelig beïnvloeden.
ATTENTIE: De prestaties van Automatisch
inparkeren zijn afhankelijk van hoe goed de
camera's en sensoren (indien aanwezig) de afstand
tussen de auto en stoepranden, voorwerpen en
andere auto's kunnen bepalen.
ATTENTIE: Gebruik Automatisch inparkeren niet
wanneer een kogelhaak, fietsendrager, aanhanger
en dergelijke aan de trekhaak is gekoppeld.
Automatisch inparkeren stopt mogelijk niet voor
trekhaken wanneer tussen of vóór andere
voertuigen wordt geparkeerd.
Parameters
Automatisch inparkeren detecteert mogelijke
parkeerplaatsen op basis van de volgende parameters:
Haaks inparkeren
• Uw rijsnelheid moet lager zijn dan 13 km/h. Als u te
snel rijdt, kan Automatisch inparkeren mogelijk niet
nauwkeurig uw gewenste parkeerplaats detecteren.
• De parkeerplaats moet ten minste 2,2 meter breed
zijn.
• De parkeerplaats moet ten minste drie zichtbare
lijnen hebben, zoals parkeervaklijnen,
wegmarkeringen of onderscheidende stoepranden.
Automatisch inparkeren werkt mogelijk niet in
bijvoorbeeld een garage zonder drie zichtbare
parkeervaklijnen.
• Automatisch inparkeren werkt mogelijk niet op
wegdek met een grove structuur, zoals bijvoorbeeld
stenen bestrating of kinderkoppen.
Fileparkeren
• Uw rijsnelheid moet lager zijn dan 21 km/h. Als u te
snel rijdt, kan Automatisch inparkeren mogelijk niet
nauwkeurig uw gewenste parkeerplaats detecteren.
• Er moet zich een voertuig vóór de parkeerplaats
bevinden waar u wilt parkeren.
Autopilot
Automatisch inparkeren
• Er moet een onderscheidende (stoep)rand zichtbaar
zijn. Automatisch inparkeren herkent mogelijk niet de
parkeerplaats als de stoeprand niet duidelijk
zichtbaar is door bijvoorbeeld gras of modder.
OPMERKING: Automatisch inparkeren werkt niet met
schuine parkeerplekken.
Automatisch inparkeren gebruiken
Volg tijdens het rijden deze stappen om Automatisch
inparkeren de Model Y in een parkeerplaats te doen
manoeuvreren:
1. Terwijl u langzaam rijdt op een openbare weg, kijkt u
op het touchscreen om te weten wanneer
Automatisch inparkeren een parkeerplek heeft
gevonden. Op het touchscreen wordt een
parkeerpictogram weergegeven wanneer de auto een
mogelijke parkeerplaats detecteert.
OPMERKING: Het parkeerpictogram verschijnt alleen
als de positie van het voertuig en/of de omgeving
zodanig zijn dat Parkeerautomaat een correct traject
kan bepalen. Als Automatisch inparkeren geen
correct traject kan bepalen (bijvoorbeeld bij het
rijden in een smalle straat waarin de neus van de auto
zich bij het inparkeren over de andere weghelft zou
uitstrekken), kunt u het voertuig verplaatsen, een
andere parkeerplek zoeken of proberen handmatig te
parkeren.
2. Controleer de gevonden parkeerplek om te bepalen
of deze geschikt en veilig is. Rijd ongeveer tot één
autolengte voorbij de parkeerplek vooruit (zoals u
normaal zou doen bij fileparkeren of bij achteruit
inparkeren op een haakse parkeerplek).
3. Laat het stuurwiel los, zet de Model Y in de
achteruitversnelling en tik vervolgens op Start
Automatisch inparkeren op het touchscreen.
4. Automatisch inparkeren geeft een bericht weer
wanneer het parkeren is voltooid.
121