De persoon steekt beter af op de achtergrond en heeft een gezondere huidskleur.
[NORMAAL PORTRET]
Maakt de achtergrond zacht en doet de huid mooi uitkomen op de opname.
[GAVE HUID]
Maakt de huid extra gaaf.
Wanneer [GAVE HUID] is geselecteerd en een deel van de achtergrond enz. heeft een
•
kleur dieop de huidskleur lijkt, wordt dat gedeelte ook gaaf gemaakt.
Wanneer [GAVE HUID] is geselecteerd is deze functie mogelijk niet doeltreffend bij te
•
weinig licht.
[PORTRET BUITEN]
Voorkomt dat gezichten donker lijken wanneer u buiten fotografeert.
[PORTRET BINNEN]
Zet de ISO-gevoeligheid op de juiste instelling om onscherpe opnamen te voorkomen
wanneer u binnen opnamen maakt.
[CREATIEF PROTRET]
U kunt de scherpte van de achtergrond regelen door de diafragmawaarde te
veranderen (P89).
∫ Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken:
1 Draai de zoomring zo ver mogelijk richting Tele.
2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken.
Aantekening
In [PORTRET BINNEN] is de slimme ISO-gevoeligheidscorrectie actief en wordt de maximale
•
ISO-gevoeligheid [ISO400].
De startinstelling voor [AF MODE] is [
•
Hiermee kunt u opnamen maken van een volledig landschap.
[LANDSCHAP NORMAAL]
De focus stelt in eerste instantie scherp op voorwerpen die zich ver weg bevinden.
[NATUUR]
De beste instelling voor het fotograferen van een natuurlijk landschap.
[ARCHITECTUUR]
Met deze instelling maakt u scherpe opnamen van architectuur. De richtlijnen worden
afgebeeld. (P61)
[LANDSCHAP CREATIEF]
De sluitertijd (P90) kan worden veranderd in de [LANDSCHAP NORMAAL]-instelling.
[PORTRET]
].
š
[LANDSCHAP]
Gevorderd (Opname van beelden)
VQT1U39
95