Basiskennis
[OPNAME] functie:
Opnamen maken met uw favoriete instellingen.
(
: Programme AE-functie)
Er kunnen nog veel meer menu-items ingesteld worden en u kunt beelden maken met
grotere vrijheid dan wanneer u beelden maakt in de intelligente automatische functie
(P43).
Zet de instelknop voor gebruiksfuncties op [
•
Zet de instelknop op [
Ga naar
•
(P103) of
"
MENU]
van de instelling tijdens het maken van opnamen.
Zet de instelknop voor de focusfunctie
op [AFS] of [AFC].
Ga naar P49 voor informatie over [AFS] en [AFC].
•
Druk de sluiterknop tot halverwege in om
scherp te stellen.
Het focuslampje knippert als het object niet scherp
•
staat in het beeld. In dit geval wordt geen opname
gemaakt. Druk de ontspanknop nogmaals in om
scherp te stellen.
Het focusbereik varieert afhankelijk van de lens die u
•
gebruikt.
Als u een bij de DMC-G1K/DMC-G1W geleverde
–
14 – 45 mm/F3.5 – 5.6-lens gebruikt: 0,3 m tot
Als u een bij de DMC-G1W geleverde 45 – 200 mm/
–
F4.0 – 5.6-lens gebruikt: 1,0 m tot
Als de [GEVOELIGHEID] op [ISO100] staat en de
•
diafragmawaarde op F3.5 (als een bij de DMC-G1K/
DMC-G1W geleverde 14 –45 mm/F3.5 – 5.6-lens op
de camera is geplaatst) of op F4.0 (als een bij de
DMC-G1W 45 – 200 mm/F4.0 – 5.6-lens op de camera
is geplaatst), wordt de sluitertijd automatisch op een
waarde tussen 8 seconden en 1/4000e van een
seconde ingesteld.
Druk de tot halverwege ingedrukte
sluiterknop helemaal in om een opname te
maken.
Er wordt geen opname gemaakt zolang het object
•
niet scherp is.
Als u de sluiterknop helemaal wilt indrukken ook al is
•
het onderwerp niet scherp, zet u
[FOCUSPRIORITEIT] in het [VOORKEUZE
MENU]-menu op [OFF]. (P112)
Het toegangslampje licht (P25) rood op wanneer er
•
beelden op de kaart worden opgenomen.
48
VQT1U39
³
"
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
"
Gebruik van het [VOORKEUZE
(P110) voor informatie over het wijzigen
].
].
"
¶
¶